Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
7 november 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 november 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld tot een hechtenis van drie maanden voor het veroorzaken van gevaar op de weg door met een te hoge snelheid te rijden en verkeersregels te negeren. De Hoge Raad oordeelde dat de opgelegde straf in strijd was met de wettelijke bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994, die een maximum van twee maanden hechtenis voorschrijven voor de overtreding van artikel 5 van deze wet. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling. De Hoge Raad volgde deze conclusie en vernietigde de uitspraak van het Hof, maar verwierp het beroep voor het overige. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe beoordeling van de strafoplegging.