Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"A. Een proces-verbaal van de terechtzitting van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 26 april 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Als verklaring van verdachte:
Ik heb vanuit mijn woning in Heerenveen naar [slachtoffer 1] een afbeelding met daarop mijn ontblote stijve penis gestuurd.
B. Een proces-verbaal van aangifte, op ambtseed opgemaakt op 14 mei 2015 door [verbalisant 1] , brigadier (bevoegd zedenrechercheur), en [verbalisant 2] , brigadier (bevoegd zedenrechercheur), van politie-eenheid Noord-Nederland, opgenomen op pagina's 117 t/m 120 van het onder 2 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Als verklaring van [betrokkene 1] :
V= vraag verbalisant
A= antwoord aangever
V: U blijft bij uw besluit om aangifte te doen voor uw minderjarige dochter [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2001?
A: Ik blijf absoluut bij het plan om aangifte te doen. [slachtoffer 1] is 13 jaar.
V: Kunt u vertellen wat er is gebeurd in uw woorden?
A: Mijn zoon was er achter gekomen, hij pakte haar telefoon terwijl [slachtoffer 1] in bad zat. [betrokkene 2] is 18 jaar. Hij keek in haar Whatsapp gesprekken, hij kwam dat nummer tegen, klikte daarop en liet mij dit zien. Hij zei: "Pap, dit is niet best, kijk eens".
V: En wat zag je?
A: Dat hele Whatsapp gesprek inclusief foto's, dat heb ik hier bij de politie achtergelaten. We hebben screens gemaakt en bewaard.
V: Hier staat verder geen datum, heb jij wel een datum gezien?
A: Het is zondagavond 10 mei (het hof begrijpt: 2015) begonnen, en dat andere is afgelopen maandag 11 mei verder gegaan. En op 11 mei heeft [slachtoffer 1] wat teruggestuurd.
C. Een proces-verbaal van verhoor getuige, op ambtseed opgemaakt op 14 mei 2015 door [verbalisant 1] , brigadier (bevoegd zedenrechercheur), en [verbalisant 2] , brigadier (bevoegd zedenrechercheur), van politie-eenheid Noord-Nederland, opgenomen op pagina's 121 t/m 125 van het onder 2 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: Jij hebt contact gehad met een meneer, je pa heeft ons dit aangeleverd, hij heeft die van jullie computer gehaald. Wat kun je ons hierover vertellen.
A: Ik ken hem niet echt, maar hij ging tegen mij praten op Facebook.
A: Hij vroeg mij als vriend en ik drukte op accepteren.
V: Hoe lang is dat geleden dat hij voor het eerst contact zocht?
A: Eergisteravond, toen begon hij te praten.
V: We zijn vandaag donderdag...
A: Volgens mij was het zondag.
V: Dat was op zondag 10 mei.
A: Ja, in de avond toen ik op bed lag.
V: Waar ging het gesprek over?
A: Hij vroeg waar ik woonde en hoe oud ik was.
V: Heb je gezegd hoe oud je was?
A: Ja, ik zei dat ik 13 was.
V: Waar ging het gesprek meer over?
A: Hij wilde met me afspreken. Hij vroeg me om mijn nummer, die wilde ik hem niet geven. Hij stuurde me zijn mobiele telefoonnummer. Deze heb ik in mijn telefoon gezet.
V: Maar hij had jouw nummer toch niet?
A: Nee, oh ik begon te whatsappen en toen zei hij: He ben jij het.
V: Dan krijg jij deze foto. Een foto van een blote piemel.
A: Ja."