ECLI:NL:HR:2017:28

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2017
Publicatiedatum
10 januari 2017
Zaaknummer
15/03998
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting door reisbureau met valse hoedanigheid en falende bewijsmotivering

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, waarin de verdachte is veroordeeld voor oplichting. De verdachte, geboren in 1960, heeft zich in de periode van 8 maart 2011 tot en met 23 november 2011 voorgedaan als een bonafide reisbureau door onterecht het lidmaatschap van Thomas Cook, de ANVR en SGR te voeren. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld op basis van de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen en de motivering van de cassatiemiddelen. De advocaat van de verdachte, M.D. Rijnsburger, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft de eerste klacht van de verdachte, die betrekking had op de bewijsvoering, verworpen. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, [betrokkene 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldsom van 3622 euro. De bewezenverklaring steunt op verschillende bewijsmiddelen, waaronder aangiften en verklaringen van getuigen. De verdachte had zich voorgedaan als lid van de SGR en ANVR, terwijl zij daar niet gerechtigd toe was. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was en dat de verdachte niet kon aantonen dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsvoering kon worden afgeleid.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de veroordeling van de verdachte in stand bleef. Dit arrest is gewezen op 10 januari 2017 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

10 januari 2017
Strafkamer
nr. S 15/03998
AJ/AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 9 juli 2015, nummer 22/000812-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.D. Rijnsburger, advocaat te Amsterdam, middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2 Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring niet uit de gebezigde bewijsvoering kan worden afgeleid. Daartoe wordt in de toelichting aangevoerd dat uit de bewijsvoering niet kan volgen dat de verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening nu niet is vastgesteld "dat zij zich ervan bewust was dat zij het lidmaatschap van Thomas Cook, de ANVR en SGR niet mocht voeren".
3.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"zij in de periode van 8 maart 2011 tot en met 23 november 2011 te Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [betrokkene 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldsom (totaal 3622 euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
- onder de naam " [A] " zich heeft voorgedaan als bonafide reisbureau, en
- zich op de 'bevestiging reisarrangement' heeft voorgedaan als samenwerkingspartner van 'Thomas Cook [B] ' en
- zich heeft voorgedaan als zijnde lid van Thomas Cook en de SGR en ANVR, en
- aan bovengenoemde persoon een mail en factuur heeft verzonden voor de geboekte reis,
waardoor [betrokkene 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte."
3.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal aangifte d.d. 23 november 2011 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0 2011334537-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 23 november 2011 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Ik wil aangifte doen van oplichting gepleegd door [verdachte] . [verdachte] heeft middels listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels mij bewogen tot afgifte van een bedrag van 3622 euro.
[verdachte] heeft tevens gebruik gemaakt van de logo's van Thomas Cook, van de ANVR en van SGR (Stichting Garantiefonds) terwijl zij niet gerechtigd was om deze logo's te voeren. [verdachte] heeft valselijk gebruik gemaakt van deze drie bovengenoemde logo's.
Op 8 maart 2011 had ik bij Reisbureau ' [A] ' een reis geboekt. De eigenaresse van dit reisbureau is genaamd [verdachte] . Het reisbureau ' [A] ' zat toentertijd gevestigd op de [b-straat 1] te Rotterdam.
Op 10 maart 2011 heb ik het gehele bedrag van 3622 euro overgemaakt naar [verdachte] op ABN AMRO rekeningnummer [0003] .
Via de e-mail zou ik bericht krijgen wanneer de tickets binnen zouden komen. Op 16 maart 2011 heb ik [verdachte] een e-mail gestuurd omdat ik nog steeds niets van haar gehoord had. Op 17 maart zag ik een antwoordmail van [verdachte] waarin stond geschreven dat ze haar best ging doen voor mij.
Op 5 mei 2011 heb ik [verdachte] wederom een e-mail gestuurd met het verzoek te reageren op mijn mailtjes.
Op 5 mei 2011 zag ik dat ik eindelijk een mail kreeg van [verdachte] . Ze schreef dat ze alles opnieuw moest invoeren en daarom nog niets naar mij had kunnen opsturen.
Op 22 juni 2011 had ik nog steeds geen tickets ontvangen van het reisbureau. Op 27 juni 2011 kreeg ik een mail van [verdachte] dat de tickets op zijn vroegst pas in september 2011 geregeld zouden zijn.
Vervolgens ben ik half september 2011 naar het reisbureau gegaan en zag tot mijn schrik dat het reisbureau dicht was en via een briefje op de deur werd ik naar de overkant verwezen. Ik zag daar een heel rommelig kantoor met diverse dozen op de grond en reisfolders. Er was niemand aanwezig.
Vervolgens heb ik [verdachte] op haar 06-nummer gebeld en ik hoorde dat zij mij naar de curator verwees.
Van de curator kreeg ik een e-mailbericht dat het reisbureau ' [A] ' al op 13 januari 2010 als onafhankelijk reisbureau was verder gegaan. [verdachte] had met reisbureau [B] BV tot 13 januari 2010 samengewerkt, daarna is zij als zelfstandige gaan werken.
[verdachte] heeft mij opzettelijk, middels valse informatie opgelicht. [verdachte] heeft, nadat de samenwerking met [B] BV was opgeheven, ten onrechte en zonder toestemming de logo's van Thomas Cook en ANVR en SGR gevoerd.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. De verklaring van de getuige [betrokkene 1] .
Deze getuige heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 18 september 2014 verklaard - zakelijk weergegeven -:
U vraagt mij wanneer ik er achter kwam dat de verdachte niet aangesloten was bij de SGR. Dat was nadat ik wederom naar haar kantoor was gelopen. Daar hing toen een briefje met 'verhuizing' er op. Vervolgens heb ik contact opgenomen met Thomas Cook, maar die zeiden dat ze uit de organisatie is gezet. Ik heb bij het bedrijf van de verdachte geboekt omdat ik goede ervaringen met haar had en omdat ze was aangesloten bij de SGR. Daarnaast had ze 'Thomas Cook' op haar gevel staan.
3. Een proces-verbaal verhoor getuige d.d. 14 februari 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0 2011334537-5. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 14 februari 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 3] :
Ik ben hier samen met mijn collega. Wij zijn werkzaam voor het bedrijf Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR).
[verdachte] is werkzaam geweest voor reisbureau ' [A] '. Per 2 januari 2009 heeft zij ' [A] ' gekocht van [betrokkene 4] , handelend onder reisbureau ' [B] '. Zij is met reisbureau ' [A] ' reizen gaan verkopen als zelfstandige. Zij gebruikte het ANVR-nummer van reisbureau ' [B] '. Wij overhandigen u een kopie van de koopovereenkomst.
Elk reisbureau heeft een eigen ANVR nummer. Een reisbureau geeft de verkochte reizen door aan touroperators en vermeldt daarbij het ANVR nummer. [verdachte] gebruikte ANVR nummer [0004] . Dat nummer behoort toe aan 'reisbureau [B] BV’, vestiging Veenendaal.
Als er een ANVR nummer wordt uitgegeven door het ANVR, wordt dat aan ons bedrijf doorgegeven en wij registreren dat.
Tot en met 18 maart 2010 heeft reisbureau ' [B] ', reisbureau ' [A] ' als een filiaal van reisbureau ' [B] ' bij SGR aangemeld gehad.
U laat mij het boekingsformulier zien van [betrokkene 1] . Ik zie dat onderaan het formulier het SGR logo en het ANVR afgebeeld staan. Dat mag niet. Zij had geen SGR-nummer. Zij was zelfstandig en had het bedrijf gekocht van ' [B] '.
Je kan alleen maar ANVR lid zijn als je een SGR deelnemer bent. Dat staat in het huishoudelijk reglement van het ANVR. ' [A] ' was geen SGR deelnemer, dus zij had het logo van de SGR en de ANVR nooit mogen gebruiken.
[verdachte] heeft [betrokkene 1] doen laten geloven dat hij te maken had met een bedrijf dat SGR deelnemer met een ANVR nummer had, en dat was niet het geval. Ik kan zien dat [verdachte] daadwerkelijk de boeking heeft gemaakt via het reserveringssysteem van ATP. Als er een boeking is gemaakt en het reserveringsnummer is afgegeven, dan hoeft er alleen nog maar betaald te worden om de tickets te doen afgeven. In dit geval was er ook een reserveringsnummer afgegeven. Dat was al op 8 maart 2011 afgegeven. Op 10 maart 2011 heeft [betrokkene 1] het geld voor de tickets overgemaakt. Dat geld is echter nooit betaald door [verdachte] aan ATP.
4. Een geschrift, zijnde een koopovereenkomst, d.d. 2 januari 2009. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
[betrokkene 4] hierna te noemen de verkoper
En [verdachte] , geboren [...] - [...] -1960 en woonachtig [c-straat 1] te Rotterdam, hierna te noemen de koper
Komen het volgende overeen:
1. Per 2 januari 2009 koopt koper van verkoper alle activa en passiva van de door verkoper onder de naam Reisbureau [A] , gedreven te [b-straat 1] te Rotterdam.
6. Door partijen zal actief worden meegewerkt om de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen om te zetten zoals onder meer:
- Overdragen van de SGR aansluitingen
Was getekend, Den Burg 2 januari 2009
Verkoper Koper
[betrokkene 4] [verdachte] .
5. Een geschrift, zijnde een bevestiging reisarrangement. Het houdt onder meer in:
[b-straat 1] , [...] Rotterdam
Tel 010- [...] , KvK. nr [...]
ABNAMRO: rekn.nr: [0003]
info@ [A] .net
Wij verzoeken u 3622.00 euro over te maken naar:
ABN AMRO [0003] aan Reisbureau [A] onder vermelding van boekingsnummer:
Op al onze offertes, diensten en reserveringen zijn de ANVR Reis- en Boekingsvoorwaarden en de Garantieregeling van de SGR van toepassing aangeboden door ANVR Reisorganisatoren.
De definitieve reisgegevens staan vermeld in uw reisbescheiden.
Raadpleeg te allen tijde, tijdig, de ambassade van het land van bestemming voor de laatste informatie van benodigde reisdocumenten en eventuele visa.
Informatie reisbescheiden
Indien u vijf dagen voor vertrek nog geen bericht heeft ontvangen van uw reispapieren, dan dient u contact op te nemen met uw reisadviseur
Informatie [A] te Rotterdam
Deze reservering valt onder ANVR [0004] en SGR [0005] van Thomas Cook [B] te Veenendaal
Handtekening voor accoord:
[Dit geschrift is voorzien van twee logo's van "Thomas Cook", een logo van "SGR" en een logo van "ANVR".]
6. Een geschrift, zijnde een afdruk van een e-mailbericht d.d. 21 september 2011. Het houdt onder meer in:
[betrokkene 1]
Van: " [verdachte] " < [verdachte] @ [A] .net>
Aan: '" [betrokkene 1] "' < [betrokkene 1] @hetnet.nl>
Verzonden: woensdag 21 september 2011 15:27
Onderwerp: RAPPORT.TXT
7. Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 januari 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0 2011334537-3. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 11 januari 2012 afgelegde verklaring van de verdachte:
[betrokkene 1] heeft tickets geboekt. De tickets zijn betaald door [betrokkene 1] en hij heeft het geld overgemaakt op rekening van ' [A] '. Ik was gemachtigd om deze bankrekening te beheren. Ik had een bankpasje van de bankrekening. Ik was niet in dienst bij ' [B] '. Ik werkte als zelfstandig mobiel reisverkoopster.
8. Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 21 februari 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0 2011334537-6. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 21 februari 2012 afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik heb gesproken met de adjunct-directeur van het bedrijf Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Zij vertelde mij dat u reisbureau [A] op 2 januari 2009 heeft gekocht van [betrokkene 4] . Reageer hier eens op.
Het was een symbolische koop. Er was afgesproken dat ik het reisbureau zou kopen. Ik heb nooit ingeschreven gestaan bij de Kamer van Koophandel.
Ik heb hier een kopie van mijn (het hof leest: de) koopovereenkomst. Reageer hier eens op.
Ja, dat is mijn handtekening. Dat is het (het hof leest: de) koopovereenkomst. Ik had een luchtbel gekocht.
Het klopt dat tot en met 18 maart 2010 reisbureau ' [B] ', reisbureau ' [A] ' als een filiaal van reisbureau ' [B] ' bij SGR aangemeld heeft gehad.
U bent reizen blijven boeken via reisbureau ' [A] ' onder het ANVR nummer van ' [B] '. Geld dat door klanten voor reizen wordt betaald, wordt op een bankrekening gestort welke op naam staat van reisbureau ' [A] '. U bent gemachtigde van deze bankrekening. In het geval van de familie [betrokkene 1] heeft u het geld nooit aan de touroperators/leveranciers betaald. Anders waren de tickets wel geleverd aan de familie [betrokkene 1] . Reageer hier eens op.
Vaste lasten moeten ook betaald worden.
Op 10 maart 2011 heeft de familie [betrokkene 1] het geld voor de tickets overgemaakt op de bankrekening van [A] waar u gemachtigde van bent. Waarom heeft u het geld van de familie [betrokkene 1] niet gewoon betaald aan de touroperators/leveranciers?
Er was op dat moment geen geld."
3.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Nadere bewijsoverweging
Gelet op de door het hof gebezigde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien acht het hof de verklaring van de verdachte zoals neergelegd in haar emailbericht van 24 juni 2015, te weten dat zij de boeking van [betrokkene 1] heeft overgedragen aan reisbureau [B] en dat zij na de overdracht niet meer te doen heeft gehad met het reisbureau of de boeking, niet aannemelijk geworden."
3.3.
Blijkens de hiervoor weergegeven bewijsvoering heeft het Hof vastgesteld dat:
( i) de verdachte en reisbureau [B] op 2 januari 2009 schriftelijk de overname van een filiaal, genaamd [A] , zijn overeengekomen, waarbij zij onder meer hebben afgesproken actief mee te werken aan de overdracht van lopende verplichtingen, waaronder 'de SGR aansluitingen';
(ii) de verdachte vanaf 13 januari 2010 zelfstandig met reisbureau [A] als onafhankelijk reisbureau is verder gegaan en dat reisbureau ' [B] ' reisbureau ' [A] ' nog tot en met 18 maart 2010 als filiaal bij SGR heeft aangemeld gehad;
(iii) de verdachte ten tijde van het tenlastegelegde als zelfstandig reisverkoopster werkzaam was en dat zij niet bij de Kamer van Koophandel stond ingeschreven;
(iv) de verdachte en/of reisbureau [A] ten tijde van het tenlastegelegde niet beschikten over een SGR-nummer en dat het hun niet was toegestaan de logo's van SGR en ANVR te gebruiken;
( v) de verdachte in een schriftelijke bevestiging van het door [betrokkene 1] geboekte "reisarrangement" van 8 maart 2011 - voorzien van de logo's 'SGR' en 'ANVR' - heeft opgenomen dat "deze reservering valt onder ANVR [0004] en SGR [0005] van Thomas Cook [B] te Veenendaal", alsmede dat "de ANVR Reis- en Boekingsvoorwaarden en de Garantieregeling van de SGR" van toepassing zijn op het door [betrokkene 1] geboekte reisarrangement.
Gelet hierop en in aanmerking genomen dat [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij bij de verdachte een reis heeft geboekt mede omdat "ze was aangesloten bij de SGR", getuigt het oordeel van het Hof dat de verdachte met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid [betrokkene 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldsom niet van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk.
3.4.
Het middel faalt.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 januari 2017.