ECLI:NL:HR:2017:2652

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
18 oktober 2017
Zaaknummer
16/03316
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake beslag op inbeslaggenomen auto en ontvankelijkheid van de klaagster

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de klaagster tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het klaagschrift tot teruggave van een inbeslaggenomen Volkswagen Golf Variant ongegrond is verklaard. De inbeslagname vond plaats onder waarschijnlijk betrokkene 1, en het kenteken van de auto was [AA-00-BB]. De klaagster heeft een beroep ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat R.B. Milo uit Tilburg, en de Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klaagster in het cassatieberoep.

De Hoge Raad heeft op 10 oktober 2017 geoordeeld dat het inbeslaggenomen voorwerp inmiddels aan de klaagster is teruggegeven, waardoor het beslag is beëindigd conform artikel 134, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor kan de klaagster niet worden ontvangen in het cassatieberoep. De Hoge Raad merkt op dat het belang dat door de klaagster is aangevoerd, namelijk een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, niet voldoende is om te kwalificeren als een rechtens te beschermen belang. In dit geval is artikel 80a van de Wet op de Rechterlijke Organisatie van toepassing.

De beslissing van de Hoge Raad is dat de klaagster niet-ontvankelijk wordt verklaard in het beroep, en deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

10 oktober 2017
Strafkamer
nr. S 16/03316 B
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 16 juni 2016, nummer RK 16/326, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klaagster], gevestigd te [vestigingsplaats] .

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft R.B. Milo, advocaat te Tilburg, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het ingestelde cassatieberoep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

2.1.
Het gaat in deze zaak om de inbeslagneming onder waarschijnlijk [betrokkene 1] van een Volkswagen Golf Variant, met kenteken [AA-00-BB] . De Rechtbank heeft bij de bestreden beschikking het klaagschrift van de klaagster strekkende tot teruggave aan haar van het inbeslaggenomen voorwerp ongegrond verklaard.
2.2.
Uit door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat het inbeslaggenomen voorwerp is teruggegeven aan de klaagster.
2.3.
Art. 134, tweede lid, Sv luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"Het beslag wordt beëindigd doordat hetzij
a. het inbeslaggenomen voorwerp wordt teruggeven, dan wel de waarde daarvan wordt uitbetaald;
(...)"
2.4.
Gelet op het voorgaande is het beslag inmiddels beëindigd zodat de klaagster in het cassatieberoep niet kan worden ontvangen.
2.5.
Opmerking verdient dat hetgeen als belang bij het beroep is aangevoerd, te weten een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, ontoereikend is om te kunnen gelden als een rechtens te beschermen belang. In zo een geval komt art. 80a RO voor toepassing in aanmerking.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart de klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsherenY. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 oktober 2017.