Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
7 februari 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 26 augustus 2015 uitspraak deed in een strafzaak tegen de bedrijfsleider van een coffeeshop in Apeldoorn. De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen het oordeel van het hof, dat onder andere een verzoek tot het horen van een groot aantal getuigen heeft afgewezen. De verdediging heeft zich beroepen op het vertrouwensbeginsel, maar het hof heeft in zijn uitspraak de toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht gemotiveerd achterwege gelaten. De Hoge Raad heeft op 7 februari 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het hof.