Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.De conclusie van de Advocaat-Generaal
4.Beoordeling van de aanvraag
5.Slotsom
6.Beslissing
17 oktober 2017.
Hoge Raad
Op 17 oktober 2017 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Rotterdam. De aanvrager, geboren in 1990, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden wegens het verblijven in Nederland terwijl hij als ongewenste vreemdeling was verklaard. De aanvraag tot herziening is ingediend door K. Blonk, advocaat te Rotterdam, en berust op de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling, zoals bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de zaak moet verwijzen naar een gerechtshof voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de aanvraag tot herziening gegrond is. Er is een ernstig vermoeden dat de Politierechter, indien hij op de hoogte was geweest van de persoonsverwisseling, de aanvrager zou hebben vrijgesproken. De Hoge Raad heeft daarom besloten de aanvraag tot herziening gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting en ondertekend door de vice-president en de raadsheren.