Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te Arnhem,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
13 oktober 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 oktober 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de vergoeding van schade aan een oliedrukkabel die was geraakt door een dekschuit. De eiseres, een netbeheerder die geen eigenaar van de kabel was, vorderde schadevergoeding. De centrale vraag was of de netbeheerder recht had op vergoeding van de schade en of de verjaring tijdig was gestuit. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiseres niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eiseres in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder, Liander N.V., zijn begroot op een totaal van € 8.790,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.