ECLI:NL:HR:2017:2574

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
10 oktober 2017
Zaaknummer
16/01677
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekverlening tegen in Duitsland gedetineerde verdachte en de gevolgen voor het recht op aanwezigheid bij de behandeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1991, was ten tijde van de behandeling van zijn zaak in hoger beroep gedetineerd in Duitsland. Het Hof had verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte, wat door de verdediging werd betwist. De verdediging stelde dat de verdachte niet vrijwillig afstand had gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn zaak. De Advocaat-Generaal, T.N.B.M. Spronken, concludeerde dat het Hof ten onrechte verstek had verleend en dat de bestreden uitspraak vernietigd diende te worden.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof informatie over het hoofd had gezien, namelijk een detentieverklaring van het Bureau Buitenland van de Reclassering Nederland, waaruit bleek dat de verdachte gedetineerd was. De Hoge Raad concludeerde dat de beslissing van het Hof om verstek te verlenen onjuist was en dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.

Deze uitspraak benadrukt het belang van het recht op aanwezigheid bij de behandeling van een strafzaak en de verplichting van de rechter om alle relevante informatie in overweging te nemen voordat een beslissing wordt genomen over verstekverlening.

Uitspraak

10 oktober 2017
Strafkamer
nr. S 16/01677
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 juli 2015, nummer 20/003099-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.A.A.P. van Hees, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch opdat de opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel strekt ten betoge dat het Hof ten onrechte verstek heeft verleend tegen de niet verschenen verdachte aangezien deze ten tijde van de behandeling van zijn zaak ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde was gedetineerd en hij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5 tot en met 10 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 oktober 2017.