Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1.
Een proces-verbaal van aangifte, op ambtsbelofte opgemaakt op 21 juni 2011 door [verbalisant 1] , hoofdagent van de politie Flevoland, opgenomen in de pagina's 8 t/m 13 van een dossier van de politie Flevoland met het kenmerk 2011032684, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 1] :
Ik doe aangifte van discriminatie tegen de portier van [A] (het hof begrijpt: [medeverdachte 1] ) en tegen [medeverdachte 2] , de eigenaar van [A] , gevestigd op de Grote Markt in Almere. Ik ben gediscrimineerd op grond van mijn huidskleur. Ik ben van Surinaamse afkomst en ik heb een donkere huidskleur.
Voordat ik heb besloten om hiervan aangifte te doen heb ik een klacht ingediend bij het panel deurbeleid van ROSA, Regels Op Stap Almere. De klacht is daar behandeld en men heeft mij aangeraden aangifte te doen van discriminatie.
Op 19 maart 2011 stond ik samen met een vriend van mij genaamd [betrokkene 2] in de rij voor de deur van [A] te wachten. Vóór ons stond een jongen van Surinaamse afkomst die ik ken als [betrokkene 1] . Ik zag dat [betrokkene 1] niet naar binnen mocht. Ik hoorde dat hij geweigerd was omdat hij geen vaste klant was.
Vervolgens waren [betrokkene 2] en ik aan de beurt. Ik hoorde dat de portier tegen ons zei dat we geen vaste klanten waren. Er stonden op dat moment veel mensen in de rij die volgens mij allemaal blank waren. Ik heb niet gezien dat er nog iemand van hen geweigerd werd.
Uiteindelijk heeft er een gesprek plaatsgevonden met de eigenaar van [A] (het hof begrijpt: [medeverdachte 2] ) en de hoofdportier (het hof begrijpt: [betrokkene 3] ), in aanwezigheid van de politie en het ROSA-panel. In dat gesprek zei [medeverdachte 2] dat hij van de gemeente te horen heeft gekregen dat hij maar een bepaald percentage allochtonen binnen hoefde te laten.
Kennelijk maakt hij zelf de scheiding in het publiek, op grond van huidskleur.
2.
Een proces-verbaal van verhoor getuige, op ambtsbelofte opgemaakt op 12 juli 2011 door [verbalisant 1] voornoemd, opgenomen in de pagina's 14 t/m 17 van het hierboven onder 1 genoemde dossier van de politie Flevoland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 4] :
Op 19 maart 2011 was ik in [A] in Almere. [betrokkene 1] pingde mij en vertelde mij dat hij niet binnen gelaten werd. Er was hem verteld dat er die dag alleen vaste klanten binnen gelaten werden. Ik ben samen met [betrokkene 5] naar de ingang gelopen.
De portier vertelde mij dat [betrokkene 1] niet naar binnen mocht omdat hij geen vaste klant was. [betrokkene 1] was de enige persoon in de rij met een donkere huidskleur.
Kort hierna werd ik gebeld of gepingd door [betrokkene 1] (het hof begrijpt: aangever [betrokkene 1] ). [betrokkene 1] zei me dat hij niet binnen gelaten werd (door de) portier omdat hij geen vaste klant was. Ik ben zelf ook geen vaste klant en heb aan de portier (het hof begrijpt: [medeverdachte 1] ), gevraagd waarom ik wel binnen werd gelaten. De portier negeerde deze vraag.
De portier vertelde toen dat hij van de hoofdportier (het hof begrijpt: [betrokkene 3] ) "een bepaald soort mensen" niet binnen mocht laten.
Twee donkere jongens spraken ons aan en gaven aan dat ook zij geweigerd werden. Ik heb een Nederlandse jongen in de rij gevraagd of hij een vaste klant was. Hij zei toen dat hij zelden in [A] kwam. Hij werd binnen gelaten.
Op 5 april 2011 is er een gesprek geweest met het panel deurbeleid van ROSA. [medeverdachte 2] , de eigenaar van [A] , en de portier [betrokkene 3] (het hof begrijpt: hoofdportier [betrokkene 3] ) waren bij dit gesprek aanwezig. [betrokkene 3] was niet degene die aan de deur stond op de betreffende avond.
Ik heb hem die avond niet gezien. Ik heb toen wel van de portier die aan de deur stond (het hof begrijpt: [medeverdachte 1] ) gehoord dat hij zei dat hij via zijn oortje van de hoofdportier [betrokkene 3] te horen had gekregen dat ze niet binnen gelaten mochten worden.
Mijn vriendin [betrokkene 6] heeft de hoofdportier wel gesproken op die avond.
Tijdens het ROSA-gesprek heeft [betrokkene 3] het gehad over een "bepaald percentage allochtonen". Volgens [medeverdachte 2] hebben portiers in een training georganiseerd door de gemeente meegekregen dat het "percentage verhaal" wel mag. Inmiddels is in de media door [medeverdachte 2] gemeld dat hij deze uitspraak niet heeft gedaan. Ik weet zeker dat dit wel gebeurd is.
[medeverdachte 2] zegt dat [A] met een vaste klanten systeem werkt, maar zij maken geen gebruik van pasjes of iets dergelijks. De Nederlandse jongens die wij hebben aangesproken werden wel binnen gelaten, terwijl zij ook geen vaste klanten waren.
Ik weet inmiddels van meerdere mensen dat donkere jongens of mannen eigenlijk standaard geweigerd worden bij [A] . Altijd met hetzelfde verhaal dat je vaste klant moet zijn. Maar hoe kun je vaste klant worden wanneer je er nooit ingelaten wordt.
[betrokkene 1] heeft op advies van ROSA aangifte van discriminatie gedaan.
3.
Een proces-verbaal van verhoor getuige, op ambtsbelofte opgemaakt op 12 juli 2011 door [verbalisant 2] , hoofdagent van de politie Flevoland, opgenomen in de pagina's 18 t/m 20 van het hierboven onder 1 genoemde dossier van de politie Flevoland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 6] :
Op 19 maart 2011 was ik in [A] aan de Grote Markt in Almere. Ik had mensen uitgenodigd om daar te komen op mijn verjaardag. Ik hoorde dat [betrokkene 1] niet naar binnen mocht. Ik heb aan de portier (het hof begrijpt: ofwel portier [medeverdachte 1] , ofwel hoofdportier [betrokkene 3] ) gevraagd wat er aan de hand was. Hij vertelde mij dat hij een bepaald percentage kleurlingen niet mag toelaten. Waarom dit zo was kon hij niet vertellen. Hij zei dat het hem was opgedragen en dat hij zich aan de regels moet houden.
In het ROSA-gesprek in april 2011 antwoorde [medeverdachte 2] op de vraag hoe groot het percentage kleurlingen in [A] (mocht zijn) dat de beveiliging een rondje in de zaak ging maken en hij daar aan de hand van wat hij zag een schatting ging maken.
Een aantal vrienden van mij hebben op grond van hun huidskleur geen toegang tot [A] gekregen (op 19 maart 2011, zo begrijpt het hof).
4.
Een schriftelijk stuk, houdende een gespreksverslag, opgenomen in de pagina's 63 en 64 van het hierboven onder 1 genoemde dossier van de politie Flevoland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Verslag gesprek bij [A] 5 april (het hof begrijpt: op 5 april 2011)
Er ontstaat discussie over wat er nu precies wel of niet gezegd is over het waarom van de weigering van een aantal van [betrokkene 6] 's gasten (onder wie [betrokkene 1] , zo begrijpt het hof). [betrokkene 3] (het hof begrijpt: [betrokkene 3] , als hoofdportier werkzaam bij [A] ) heeft het op een bepaald moment over een "bepaald percentage allochtonen". Volgens [medeverdachte 2] (het hof begrijpt: [medeverdachte 2] ) hebben portiers in een training georganiseerd door de gemeente meegekregen dat het "percentage verhaal" wel mag.
[medeverdachte 2] en [betrokkene 3] vertellen hoe het werkt. Om na te gaan hoeveel kleurlingen binnen aanwezig zijn loopt [medeverdachte 2] of de hoofdportier geregeld een rondje in [A] . Mochten er te veel kleurlingen binnen zijn, dan wordt dit gemeld aan de beveiligers die dan de kleurlingen weigeren.
[medeverdachte 2] geeft aan dat er is afgesproken dat hij kleurlingen mag weigeren. Dat is volgens hem een afspraak vanuit de gemeente.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen, op ambtseed opgemaakt op 28 augustus 2013 door [verbalisant 5], inspecteur van de politie Flevoland, opgenomen in het proces-verbaal van relaas nr. 2011032684 d.d. 25 september 2013, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als relaas van de verbalisant:
Op 5 april 2011 maakte ik deel uit van een deurpanel inzake een melding tot weigering van een Surinaamse man (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ) bij de horecagelegenheid [A] aan de Grote Markt in Almere.
Op 5 april 2011 vond een gesprek plaats tussen het deurpanel, bestaande uit [betrokkene 7] (gemeente Almere), [betrokkene 8] (bureau gelijke behandeling Flevoland) en verbalisant, met [betrokkene 5] , [betrokkene 6] , [betrokkene 4] en [betrokkene 1] en de portier [betrokkene 3] en bedrijfsleider [medeverdachte 2] .
In het gesprek vertelde [betrokkene 1] dat hij naar zijn idee geweigerd werd om zijn afkomst. [betrokkene 3] antwoordde dat [betrokkene 1] was geweigerd omdat hij geen vaste klant was. [betrokkene 1] gaf aan dat hij al acht jaren probeerde vaste klant te worden, maar steeds aan de deur geweigerd wordt.
Vanuit het panel kwam de reactie dat dit (het hof begrijpt: het vaste klanten-beleid) wel een erg willekeurig beleid was en dat er met een pasjessysteem gewerkt moest worden, wil het een objectief instrument voor toelating zijn. Dit laatste gaf volgens [medeverdachte 2] te veel administratieve rompslomp.
[betrokkene 3] vertelde dat hij er samen met de andere portiers en beveiligers voor zorgt dat er niet te veel allochtonen binnen waren, want dat kwam de veiligheid en de gezelligheid niet ten goede.
Er ontstond discussie over veiligheid en de willekeurige weigering. [medeverdachte 2] gaf aan dat de portiers een cursus, georganiseerd door de gemeente Almere, hadden gevolgd waarin werd verteld dat het was toegestaan om mensen op basis van aantal te weigeren.
Van dit gesprek is een gespreksverslag gemaakt (het hof begrijpt: het gespreksverslag als hierboven bedoeld in bewijsmiddel 4).
6.
Een proces-verbaal van verhoor getuige, op ambtsbelofte opgemaakt op 4 september 2013 door [verbalisant 1] voornoemd, opgenomen in het hierboven onder 5 genoemde proces-verbaal van relaas, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 7] :
Ik heb het verslag dat is opgemaakt van het gesprek op 5 april 2011 (het hof begrijpt: het gespreksverslag als hierboven bedoeld in bewijsmiddel 4) nog een keer doorgelezen en wat daar in staat klopt. De citaten daarin zijn daadwerkelijk gezegd.
[medeverdachte 2] vertelde toen dat [betrokkene 3] regelmatig door de zaak loopt en kijkt wat er binnen is aan gasten.
[betrokkene 3] vertelde dat in een training bij de gemeente is geleerd dat het toegestaan is om een bepaald percentage allochtonen toe te laten dan wel te weigeren.
Ik verwijs naar het gespreksverslag dat ik heb opgemaakt. Alles wat daar in staat klopt.
7.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, op ambtsbelofte opgemaakt op 3 juli 2012 door [verbalisant 2] voornoemd, opgenomen in de pagina's 35 t/m 38 van het hierboven onder 1 genoemde dossier van de politie Flevoland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [medeverdachte 2] :
Ik ben als bedrijfsleider belast met de dagelijkse leiding werkzaam bij [A] in Almere. Mijn vader is mede-eigenaar van [A] , samen met [betrokkene 9] . Mijn vader is op afstand toezichthouder en meer belast met de administratieve afhandeling.
U vraagt mij of wij werken met een zogenaamd vaste klanten systeem. Er is geen vast systeem.
8.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt op 23 oktober 2012 door [verbalisant 3] , agent van de politie Flevoland, en [verbalisant 4] , hoofdagent van de politie Flevoland, opgenomen in de pagina's 44 t/m 47 van het hierboven onder 1 genoemde dossier van de politie Flevoland, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 3] :
Ik werk als portier bij [A] aan de Grote Markt in Almere.
Op 19 maart 2011 stond mijn collega [medeverdachte 1] (het hof begrijpt: portier [medeverdachte 1] ) de hele avond aan de deur.
Ik weet niets over het beleid dat er alleen vaste klanten binnen mogen komen."