Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
Op 6 september 2014 startten wij, verbalisanten, het eerste verhoor met verdachte [verdachte] . Wij hoorden dat de hulpofficier van justitie genaamd Martin Broek de volgende vraag stellen aan [verdachte] : 'Wil jij tegenover mij iets verklaren?'. Wij hoorden, dat de verdachte [verdachte] het volgende antwoord gaf: 'Ik bestuurde de vluchtauto'."
Een proces-verbaal van verhoor (dossierpagina 8). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als de op 5 september 2014 door getuige [getuige] ten overstaan van verbalisanten afgelegde verklaring:
"Ik ben woonachtig aan de [a-straat 2] te Haarlem. (...) Op vrijdag 05 september 2014 omstreeks 19.30 uur zag ik een witte personenauto midden op de rijbaan voor mijn woning stoppen. (...) Ik zag dat de bestuurder uit de auto stapte en een grote schroevendraaier in zijn hand vast hield. (...) Ik zag dat de bestuurder naar de berm liep welke de [a-straat] en de N208 scheidt en de schroevendraaier verstopte achter een boom aldaar."
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2014 (dossierpagina's 13-14). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] :
"(...) Op dit moment kwam er vanaf de meldkamer een melding van een verdachte situatie op de [a-straat] te Haarlem. Vervolgens zouden de personen zijn weggereden in een witte kleine auto. (...) Vlak nadat ik, verbalisant, bovengenoemde door had gegeven aan de meldkamer kruiste mij een kleine witte personenauto. (...) Ik ben vervolgens direct achter deze auto aangereden. (...) Ik kon zien dat er op dit moment 3 personen in het voertuig zaten. (...) Ik zag dat de portier aan de bestuurderszijde werd opengedaan en zag een persoon uit het voertuig stappen. Ik herkende deze persoon direct als [verdachte] . (...) Vlak voor de Antonides van der Goesstraat zag ik dat er goederen uit het raam aan de bestuurderszijde van de Peugeot werden gegooid. Ik zag een hoeveelheid papier door de lucht gaan. (...) Op de papieren en de passen zag ik de naam " [...] " staan. Op de papieren zag ik het adres [a-straat 1] vermeld staan."
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2014 (dossierpagina's 19-21). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
"(...) wij verbalisanten zagen dat de Peugeot enkele meters voor ons politievoertuig stopte. Wij verbalisanten zagen dat het bestuurdersportier geopend werd en dat de ons ambtshalve bekende [verdachte] [geboortedatum] -1977 te [geboorteplaats] uit de Peugeot stapte. (...) Ik, verbalisant [verbalisant 4] , stapte uit het politievoertuig en ik vertelde [verdachte] dat hij zijn voertuig naast het trottoir moest parkeren en wees hem met mijn arm een vrije parkeerplek aan (...). Ik vertelde [verdachte] dat ik even met hem wilde praten. Wij verbalisanten zagen dat [verdachte] terug in zijn voertuig stapte en met zijn voertuig richting de aangewezen parkeerplek reed. (...) Wij verbalisanten zagen dat het voertuig de vrije parkeerplek voorbij reed en de snelheid verhoogde om vervolgens rechts af de Stalpaert van der Wielenstraat in te rijden. (...) wij hebben de achtervolging ingezet op de witte Peugeot 107 voorzien van het kenteken [AA-00-BB] waar [verdachte] als bestuurder in reed. (...) Even later zagen wij verbalisanten dat [verdachte] het voertuig linksaf de P.C. Hooftstraat inreed om even later te stoppen. Wij verbalisanten zagen dat het bijrijdersportier geopend werd en dat er twee personen uit het voertuig sprongen. (...) Wij verbalisanten zagen dat de twee personen rennend vluchtten."
Een proces-verbaal van aangifte (dossierpagina's 58-60). Dit proces-verbaal houdt onder meer in als de op 8 september 2014 door aangever [betrokkene 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
3.Beslissing
19 september 2017.