De bestreden beschikking van de Rechtbank van 7 juli 2015 houdt het volgende in.
"De inhoud van het klaagschrift
Het klaagschrift strekt tot teruggave van in beslag genomen administratieve bescheiden en tot vernietiging van digitale gegevens(dragers), die onder de belanghebbenden in beslag zijn genomen op 13 maart 2014 te Landgraaf in het onderzoek naar de verdachten [betrokkene 1] en [betrokkene 2].
De procesgang
(...)
Op 15 juli 2014 heeft de rechtbank het klaagschrift gedeeltelijk gegrond verklaard en de teruggave van een aantal voorwerpen en digitale gegevens(dragers) aan de belanghebbenden gelast, omdat het openbaar ministerie aangegeven had dat zij bij die bescheiden en gegevens geen strafvorderlijk belang (meer) hadden. Voorts heeft de rechtbank de behandeling in raadkamer voor onbepaalde tijd geschorst, met opdracht aan de officier van justitie om ten aanzien van de overige voorwerpen aan te geven welke relatie het voorwerp heeft met de verdachten in het onderzoek en hoe dat voorwerp kan bijdragen aan het aan de dag brengen van de waarheid.
(...)
De beoordeling
Bij tussenbeschikking van 11 november 2014 heeft de rechtbank aangegeven dat het openbaar ministerie onvoldoende duidelijk heeft gemaakt welk min of meer enigszins concreet gemaakt strafvorderlijk belang zij heeft bij het voortduren van het beslag op de fysieke administratieve bescheiden en digitale gegevens van klagers, met uitzondering van de bescheiden en gegevens die zien op de transacties met betrekking tot de [a-straat 1]. De transacties met betrekking tot de [a-straat 1] zijn opmerkelijk en - ondanks de verklaring van klagers over deze transactie, op welke verklaring door het openbaar ministerie helaas niet inhoudelijk gerespondeerd is - kunnen de bescheiden en gegevens die zien op de [a-straat 1] nog dienstig zijn voor het aan de dag brengen van de waarheid of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voor de overige bij klagers inbeslaggenomen bescheiden en gegevens heeft het openbaar ministerie naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd c.q. aangegeven of deze in het kader van de verdenking jegens de verdachten [betrokkene 1 en 2] dienstig zouden kunnen zijn bij het aan het licht brengen van de waarheid of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Gelet op het tijdsverloop mag dat wel van het openbaar ministerie gevergd worden.
Het openbaar ministerie heeft tegen deze tussenbeschikking cassatie ingesteld.
Aan het openbaar ministerie is in de tussenbeschikking verzocht aan te geven welke bescheiden en gegevens dienstig kunnen zijn in het onderzoek naar de transactie met betrekking tot de [a-straat 1]. Het openbaar ministerie heeft in het commentaar van 1 december 2014 aangegeven dat de [a-straat 1] onderdeel uitmaakt van het project [A] en dat daarom alle (geel) gearceerde inbeslaggenomen stukken inbeslaggenomen dienen te blijven. In het commentaar van 4 december 2014 heeft het openbaar ministerie nog nader geëxpliciteerd waarom een drietal stukken in beslag zouden moeten blijven.
De rechtbank gaat mee in de stelling van het openbaar ministerie dat de [a-straat 1] deel uit maakt van het project [A] en zal daarom bepalen dat de in de lijst van inbeslaggenomen stukken gearceerde gedeelten voorzover die zien op [a-straat 1] e/o [A] in beslag moeten blijven, omdat deze stukken dienstig kunnen zijn om de waarheid aan het licht te brengen of wederrechtelijk voordeel aan te tonen. Gelet op het tijdsverloop had van het openbaar ministerie verwacht mogen worden dat zij duidelijker dan thans gedaan per inbeslaggenomen stuk had aangegeven of het stuk een relatie met [a-straat 1]/[A] had. Het openbaar ministerie heeft dit slechts voor de stukken kluis, W.03.02.002 en W.03.01.008 gedaan, maar niet voor de overige stukken. De rechtbank ziet zich daardoor genoodzaakt op basis van de summiere omschrijving zelf een selectie te maken. Die selectie staat in het dictum. Voor de overige inbeslaggenomen stukken wordt het beslag opgeheven, omdat voor het in beslag houden naar het oordeel van de rechtbank geen strafvorderlijk belang bestaat.
DE BESLISSING
De rechtbank
- verklaart het klaagschrift ongegrond ten aanzien van de navolgende in de bij deze beschikking behorende 'Lijst beslag WOCO-Jongen' inbeslaggenomen stukken:
- Kluis Jongen;
- W.01.02.015;
- W.06.01.001;
- W.06.02.001;
- W.03.01.008;
- W.03.02.002;
- verklaart het beklag voor het overige gegrond;
- gelast de teruggave van de inbeslaggenomen stukken opgenomen op de bij deze beschikking behorende 'Lijst beslag WOCO-Jongen', met uitzondering van de hierboven genoemde stukken en de stukken, die reeds zijn teruggegeven."