Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Slotsom
5.Beslissing
3 januari 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden voor het aanwezig hebben van heroïne en versnijdingsmiddelen in zijn auto. De verdachte, geboren in 1987, heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat B. Kizilocak. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit was het gevolg van de te late indiening van de stukken door het Hof. De Hoge Raad oordeelt dat de overschrijding van de redelijke termijn moet leiden tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de gevangenisstraf, en deze verminderd tot tien maanden en drie weken. Het beroep is voor het overige verworpen.