ECLI:NL:HR:2017:199

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2017
Publicatiedatum
9 februari 2017
Zaaknummer
16/04703
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belasting van personenauto's en motorrijwielen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2017 uitspraak gedaan in het cassatieberoep met nummer 16/04703. Het beroep in cassatie was ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 augustus 2016, waarin het hoger beroep van de belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland werd behandeld. De zaak betreft een door de belanghebbende voldaan bedrag aan belasting van personenauto's en motorrijwielen, alsook een naheffingsaanslag die aan de belanghebbende was opgelegd.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie onderzocht. Het beroep was ingesteld namens een partij, maar de indiener heeft niet voldaan aan een verzoek van de griffier om een bewijsstuk van de volmacht of een verklaring van de partij die het beroep steunt. Hierdoor heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk is ingesteld. Dit leidde tot de beslissing dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is.

De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op de ontvankelijkheid van cassatieberoepen.

Uitspraak

10 februari 2017
Nr. 16/04703
Arrest
gewezen op het door
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 16 augustus 2016, nr. 14/01101, op het hoger beroep van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 12/2812) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan belasting van personenauto's en motorrijwielen, alsmede een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens [X] te [Z].
Bij aangetekende brief van 23 september 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift in cassatie opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad de indiener van het beroepschrift verzocht binnen zes weken na de dagtekening van deze brief een bewijsstuk van de aan hem verstrekte volmacht tot het indienen van het beroepschrift in cassatie over te leggen, dan wel een verklaring van degene namens wie hij beroep in cassatie heeft ingesteld, dat deze daarmee instemt. De indiener van het beroepschrift is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk is ingesteld, en zal de Hoge Raad om die reden het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren L.F. van Kalmthout en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2017.