ECLI:NL:HR:2017:1346

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juli 2017
Publicatiedatum
13 juli 2017
Zaaknummer
16/02923
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over uitleg van een Membership Agreement in het contractenrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de vennootschap Pharmis Biofarmaceutica LDA, gevestigd in Cascais, Portugal, en Pangenerika B.V., gevestigd in Leiderdorp. Pharmis, de eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 9 februari 2016 is gewezen. De zaak betreft de uitleg van een Membership Agreement en de toepassing van artikel 81 lid 1 van het Reglement op de Rechtsvordering (RO).

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het arrest van het hof. De advocaat-generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is gebaseerd op de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing verwerpt de Hoge Raad het beroep van Pharmis en veroordeelt deze in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Pangenerika zijn begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

14 juli 2017
Eerste Kamer
16/02923
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap naar Portugees recht PHARMIS BIOFARMACÊUTICA LDA,
gevestigd te Cascais, Portugal,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans,
t e g e n
PANGENERIKA B.V.,
gevestigd te Leiderdorp,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. G.R. den Dekker.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Pharmis en PanGenerika.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 493619/HA ZA 11-2000 van de rechtbank Amsterdam van 2 november 2011 en 27 juni 2012;
b. het arrest in de zaak 200.116.564/01 van het gerechtshof Amsterdam van 9 februari 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Pharmis beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
PanGenerika heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Pharmis in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van PanGenerika begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
14 juli 2017.