Uitspraak
gevestigd te Cascais, Portugal,
gevestigd te Leiderdorp,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
14 juli 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de vennootschap Pharmis Biofarmaceutica LDA, gevestigd in Cascais, Portugal, en Pangenerika B.V., gevestigd in Leiderdorp. Pharmis, de eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 9 februari 2016 is gewezen. De zaak betreft de uitleg van een Membership Agreement en de toepassing van artikel 81 lid 1 van het Reglement op de Rechtsvordering (RO).
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het arrest van het hof. De advocaat-generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is gebaseerd op de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing verwerpt de Hoge Raad het beroep van Pharmis en veroordeelt deze in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Pangenerika zijn begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.