Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
4 juli 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 19 oktober 2015 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1961, heeft geen middelen van cassatie ingediend, wat betekent dat hij niet binnen de wettelijk gestelde termijn een schriftuur door een raadsman heeft laten indienen. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor kan de verdachte niet in het beroep worden ontvangen. De uitspraak is gedaan op 4 juli 2017 door de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij de vice-president en twee raadsheren betrokken waren. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.