ECLI:NL:HR:2017:1213

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juli 2017
Publicatiedatum
3 juli 2017
Zaaknummer
15/05089
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij met vier oogsten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit een hennepkwekerij. De betrokkene, geboren in 1961, had een hennepkwekerij op zijn erf, waar 626 hennepplanten waren aangetroffen. Het Hof had geoordeeld dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel had verkregen uit vier oogsten, wat door de verdediging werd betwist. De verdediging stelde dat niet bewezen kon worden dat de hennepkwekerij al langer bestond en dat er eerdere oogsten waren geweest. Het Hof verwierp dit verweer en baseerde zijn oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder het proces-verbaal van bevindingen en verklaringen van de betrokkene. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was en dat de conclusie dat er vier oogsten hadden plaatsgevonden, voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van het Hof, waarbij het wederrechtelijk verkregen voordeel werd vastgesteld op een bedrag van € 183.837,33, waarvan 1/3 deel aan de betrokkene toekwam.

Uitspraak

4 juli 2017
Strafkamer
nr. S 15/05089 P
MD/SSA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 19 oktober 2015, nummer 21/006221-14, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt onder meer dat het oordeel van het Hof dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit vier oogsten niet kan worden afgeleid uit de bewijsmiddelen.
2.2.
De bestreden uitspraak houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"De vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De veroordeelde is bij arrest van dit hof van 16 oktober 2015 (parketnummer 21 -006220-14) ter zake van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, veroordeeld tot straf.
Verweer raadsman
De raadsman heeft ter zitting van het hof bepleit dat niet bewezen kan worden dat de hennepkwekerij al langer bestond en er aldus eerdere oogsten zijn geweest. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat begin november 2013 een meteropnemer van Enexis langs is geweest om de meterstand op te nemen. Indien de hennepkwekerij op dat moment al in werking was geweest, dan had de meteropnemer - aldus de raadsman - moeten zien dat er met de meter was geknoeid.
Oordeel hof
Het hof verwerpt dit verweer. Uit het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 21 januari 2014 blijkt dat er door een monteur van Enexis tijdens het onderzoek aan de meterkast is geconstateerd dat de elektrische installatie in de meterkast was voorzien van loden zegels, waaraan niet direct te zien was dat er sprake was van fraude aan de meter. Nu de taak van een meteropnemer slechts is het opnemen van de meterstand en een meteropnemer verder geen onderzoek doet naar de meter zelf, acht het hof het zeer waarschijnlijk dat het de meteropnemer niet is opgevallen dat er met de meter was geknoeid.
Gezien het vele afval dat is aangetroffen zoals onder andere vier lege vaten voedingsstoffen en een groot aantal oude assimilatielampen gaat het hof uit van vier eerdere oogsten.
Uit het strafdossier en bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat veroordeelde uit het bewezenverklaarde handelen en andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan, financieel voordeel heeft genoten.
Veroordeelde heeft tijdens haar verhoor op 6 december 2013 tegenover de politie verklaard dat zij als vergoeding voor het ter beschikkingstellen van de op haar erf gevestigde schuur, waarin de kwekerij is aangetroffen, 1/3 deel van de opbrengst van de kwekerij zou ontvangen.
Aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen ontleent het hof dat het totale voordeel dat met de onderhavige kwekerij is behaald moet worden geschat op een bedrag van € 183.837,33 (honderddrieëntachtigduizend achthonderdzevenendertig euro en drieëndertig eurocent). Het hof komt als volgt tot deze schatting:
Bruto opbrengst vier oogsten:
626 planten x 25,1 gr. = 15.712,60 gr. x € 3.280,- per kg x 4 oogsten € 206.149,31
Kosten vier oogsten:
- afschrijvingskosten € 400,- x 4 oogsten € 1.600,00
- inkoop € 2,85 per plant x 626 planten x 4 oogsten € 7.136,40
- variabele kosten € 3,33 per plant x 626 planten x 4 oogsten € 8.338,32
- elektriciteitskosten € 5.237,26
Totaal kosten € 22.311,98
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 183.837,33
Er vanuit gaande dat 1/3 deel van het behaalde voordeel aan veroordeelde toekwam stelt het hof door haar behaalde wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een bedrag van 1/3 deel van de totale opbrengst van een bedrag van € 183.837,33 , te weten € 61.279.11.
De verplichting tot betaling aan de Staat
Op grond daarvan zal het hof de verplichting tot betaling aan de Staat stellen op voornoemd bedrag."
2.3.
Het Hof heeft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
"Bewijsmiddelen
Het hof bezigt met betrekking tot hetgeen bewezen is verklaard en de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel de navolgende bewijsmiddelen:
1
Een proces-verbaal, nr. PL033E-2013083709-14, d.d. 21 januari 2014, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 1] , brigadier van Politie Drenthe, bevattende diverse processen-verbaal, waaronder:
1.1
Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij [a-straat 1] , Smilde, nr. 2013083709, d.d. 17 december 2013, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 1] , voornoemd, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Als verklaring van voornoemde verbalisant (blz. 8 tot en met 11):
Op 12 november 2013 werd de navolgende melding ontvangen van Meld Misdaad Anoniem: Er is een hennepkwekerij op de [a-straat 1] te Smilde.
Onderzoek:
Bij bevraging van het GBA bleek op genoemd adres woonachtig de nader te noemen [betrokkene] . Bij bevraging van het kadaster bleek dat [betrokkene] (mede) eigenaar was van het perceel [a-straat 1] te Smilde.
Onderzoek ter plaatse:
Op 4 december 2013 was ik verbalisant bij perceel [a-straat 1] te Smilde. Gezien vanaf de woning rechtsachter in de tuin stond een schuur.
De schuur bestond uit 4 ruimten, waaronder 2 ruimten ingericht voor de kweek van hennep en waar totaal 626 hennepplanten waren gepoot in kweekbakken.
Hennep
Uit eigen waarneming herkende ik deze aangetroffen en in beslag genomen planten qua vorm en geur als zijnde hennepplanten.
Indicatoren eerdere oogst
Op de lampenkappen was stof aanwezig
De kweekbakken waren voorzien van kalkafzetting
De ventilatoren waren voorzien van vuil en stof
Filter van koolstoffilter bleek ernstig vervuild hetgeen zichtbaar was onder de spanbanden waarmee het filter was opgehangen
Koolstoffilter was niet meer voorzien van filterdoek
Kalkafzetting op de druppelaars
Van de 12 aangetroffen vaten/flessen/jerrycans cannavoeding waren 4 vaten leeg
Kalkafzetting op de dompelpomp
Kweekpotten deels gevuld met cannabisvoeding in ruimte naast kweekruimte Productiedatums op PVC pijpen elektraleiding van 2005 en 2006
Opgetrokken vocht in mechanische afzuigers aangetroffen in garage
Gedroogde hennepbladresten in kweekruimten
Eb en vloedbakken gebruikt in schuur andere zijde tuin
Hennep wortelrestanten in kweekbak
Assimilatielampen
In een ruimte direct naast de kweekruimten werd een lege doos aangetroffen van Philips Master Son-t geschikt voor 12 assimilatielampen met op de doos de vermelding van productiedatum mei 2013 (de aangetroffen lampen in de kweekruimte waren eveneens van productiedatum mei 2013)
In een kartonnen zak werden 23 gebruikte assimilatielampen van het merk Philips 600 watt Master Son-t aangetroffen met productiedatum februari en april 2012.
Op grond van de vorenstaande gegevens is het aannemelijk dat in de periode 1 januari 2012 tot 4 december 2013 er 4 hennepkweekoogsten hebben plaatsgevonden. Het onderzoeksteam gaat uit van 4 oogsten ten voordele van verdachte gelet op de verstrekte informatie met betrekking tot de levensloop/branduren van assimilatielampen.
1.2
Een proces-verbaal verhoor verdachte, nr. PL033E-2013083709-5, d.d. 6 december 2013, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 1] , voornoemd en [verbalisant 2] , aspirant van Politie Drenthe, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Als verklaring van [betrokkene] (blz. 76 tot en met 83):
V: Wie is de eigenaar en of bewoner van het perceel [a-straat 1] te Smilde?
A: Dat zijn mijn man en ik.
V: In een los van de woning staande schuur achter uw woning op uw erf werd een hennepkwekerij aangetroffen. Wie is eigenaar van de plantage?
A: Dat ben ik.
V: Wie heeft de hennepinstallatie aangelegd?
A: Dat was ene [betrokkene 1] en ene [betrokkene 2] . Die hadden mij benaderd om geld te verdienen. Ik had bij een growshop geïnformeerd van hoe of wat en toen ik buiten was hield een man mij aan en bood mij aan om te helpen. Hij zou het inrichten en ik kreeg 1 derde en zij 2 derde van de opbrengst.
1.3
Een schriftelijk stuk, te weten een factuur van Enexis, d.d. 12 december 2013, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Factuur
Hierbij brengen wij u de door ons geleden schade in rekening. De schade is geconstateerd tijdens het bezoek van een medewerker van Enexis aan het perceel
[a-straat 1] te Smilde.
Verbruik Elektriciteit € 5.237,26
1.4
Een rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij met bijlagen (blz. 91 tot en met blz. 100), opgemaakt op 15 januari 2014 door brigadier van politie [verbalisant 1] , voornoemd, inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Naar aanleiding van proces-verbaal nr. 2013083709 heb ik een onderzoek ingesteld naar het wederrechtelijk verkregen voordeel van [betrokkene] . Ten behoeve van het onderzoek heb ik gebruik gemaakt van gegevens uit het proces-verbaal met nr. 2013083709 en het rapport Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht Standaardberekening en normen van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie van 1 november 2010.
In de kwekerij stonden 626 planten. De oppervlakte van de beplanting in de kwekerij was 30 m2. Per m2 stonden er 21 hennepplanten. De opbrengst aan hennep per plant van deze kwekerij is volgens de tabel minimaal 25,1 gram. De verkoopprijs van hennep bedraagt volgens het BOOM-rapport minimaal 3.280,- per kilogram. Uitgangspunt is een gemiddelde kweekcyclus van tien weken per oogst.
In de berekening wordt uitgegaan van vier reeds eerder gerealiseerde oogsten.
In de kweekruimte werden knipschaartjes aangetroffen. Op deze knipschaartjes bevonden zich hennepresten. Er was slaolie aangetroffen. Deze olie wordt onder andere gebruikt om de handen en de knipschaartjes schoon te maken na het knippen van hennepplanten.
De in mindering te brengen kosten per oogst voor de hennepkwekerij zijn op basis van het rapport van het BOOM als volgt:
Afschrijvingskosten (bedrag volgens tabel) € 400,-
Hennepstekken (hoeveelheid planten per oogst x € 2,85)
Variabele kosten (hoeveelheid planten per oogst x € 3,33)
1.5
Het hof heeft voor de berekening van het voordeel voorts gebruik gemaakt van het rapport 'Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht Standaardberekening en normen van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie' Update 1 november 2010 waarvan een deel als bijlage bij de onder 1.4 genoemde rapportage in het proces-verbaal is gevoegd (tabellen blz. 99 tot en met blz. 100)."
2.4.
Het Hof heeft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel in het bijzonder ontleend aan het hiervoor onder 2.3 weergegeven proces-verbaal "aantreffen hennepkwekerij" van 17 december 2013 en het "Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij" van 15 januari 2014. Blijkens zijn hiervoor onder 2.2 weergegeven overwegingen heeft het Hof geoordeeld dat aan de inhoud van die bewijsmiddelen de gevolgtrekking kan worden verbonden dat aannemelijk is dat in de periode 1 januari 2012 tot 4 december 2013 vier hennepkweekoogsten hebben plaatsgevonden en heeft het deze conclusie overgenomen. Dat oordeel is, mede in het licht van het in dit verband door de verdediging gevoerde, door het Hof verworpen, verweer, niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat die bewijsmiddelen onder meer inhouden dat ten voordele van de betrokkene wordt uitgegaan van vier oogsten gelet op de daarin vermelde "indicatoren eerdere oogst", waaronder het aangetroffen vele afval zoals vier lege vaten voedingsstoffen en de aangetroffen grote hoeveelheden oude assimilatielampen, met productiedatum 2013 en gebruikte assimilatielampen met productiedatum februari en april 2012, zodat de bestreden uitspraak in zoverre voldoende met redenen is omkleed.
2.5.
De klacht faalt.
2.6.
Ook voor het overige kan het middel niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 juli 2017.