ECLI:NL:HR:2017:1212

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 juli 2017
Publicatiedatum
3 juli 2017
Zaaknummer
16/02233
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ondervragingsrecht en steunbewijs in strafzaak met fatale afloop

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juli 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte, geboren in 1987, was betrokken bij een gewelddadige diefstal op 8 juni 2011 te Rotterdam, waarbij een slachtoffer, [betrokkene 1], om het leven kwam. De verdachte heeft zich in cassatie beroepen op schending van zijn ondervragingsrecht, omdat een getuige, die tevens medeverdachte was, zich op zijn verschoningsrecht had beroepen. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak stilgestaan bij de eisen van een eerlijk proces, met name in relatie tot de bewezenverklaring die steunt op verklaringen van niet gehoorde getuigen. Het Hof had geoordeeld dat de verklaringen van de medeverdachte bruikbaar waren voor het bewijs, omdat de betrokkenheid van de verdachte niet in beslissende mate op die verklaringen was gebaseerd, maar voldoende steun vond in andere bewijsmiddelen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarbij het Hof's oordeel als niet onjuist of onbegrijpelijk werd beschouwd. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het ondervragingsrecht en de eisen voor steunbewijs in strafzaken.

Uitspraak

4 juli 2017
Strafkamer
nr. S 16/02233
CB/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 22 februari 2016, nummer 22/000499-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Bewezenverklaring en bewijsvoering

2.1.
Ten laste van de verdachte is - voor zover in cassatie van belang - onder 1 bewezenverklaard dat:
"hij op 8 juni 2011 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas inhoudende goederen toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader, welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een andere deelnemer van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestond uit het meermalen met vuurwapens meerdere kogels schieten in de richting van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , welke diefstal met geweld de dood van [betrokkene 1] ten gevolge heeft gehad."
2.2.1.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. De in het vonnis waarvan beroep vermelde inhoud van de onder 1, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 17, 19 in de bijlage II behorende bij dat vonnis vermelde processen-verbaal.
2. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 9 juni 2011, nr. PL17FO 2011172565-17, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - (p. 1 en 2):
Als relaas van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op woensdag 8 juni 2011 omstreeks 19:48 kwamen wij aan op de Kenitrastraat te Rotterdam nabij de kruising met de Valettastraat. Wij zagen dat aan de rechterzijde van de rijbaan een personenauto van het merk Opel type Corsa voorzien van het kenteken [AA-00-BB] stilstond. Wij zagen vervolgens dat op het trottoir naast het geopende portier aan de bestuurderszijde een manspersoon lag. Wij zagen dat de man een wond aan zijn buik had aan de linker voorzijde ter hoogte van zijn middenrif. Wij zagen dat de wond vermoedelijk een schotwond was.
3. Een geschrift, te weten een rapport Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 15 juli 2011, opgesteld en ondertekend door dr. V. Soerdjbalie-Maikoe, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven -:
Overledene
Naam: [betrokkene 1]
Geboorteplaats: [geboortedatum] 1965
Geboorteplaats: Engeland
De overledene is overleden in het Erasmus MC te Rotterdam op 14 juni 2011. Het lichaam werd mij aangewezen en daarna overhandigd door [verbalisant 3] , van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond en is na gedane schouw aan haar teruggegeven.
Conclusie
Bij sectie op het lichaam van de 45 jaren oud geworden [betrokkene 1] wordt het intreden van de dood verklaard door verwikkelingen van fors doorgemaakt bloedverlies (hartfunctiestoornissen, algehele weefselschade) en algehele weefselschade door bloedvergiftiging, opgelopen door inwerking van uitwendig mechanisch perforerend geweld.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 15 juni 2011, nr. PL17FO 2011172565-78, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - (p. 64 en 65):
Als relaas van de getuige [getuige 1] :
Ik begrijp dat u mij wilt spreken naar aanleiding van het schietincident op 8 juni 2011 op de Kenitrastraat in Rotterdam.
Ik stond op het balkon van mijn woning, welke is gelegen op de vijfde etage van het appartementencomplex. Het balkon is gelegen aan de zijde van de Kenitrastraat.
Ik hoorde veel lawaai van een auto die veel gas aan het geven was. Toen ik van het balkon naar beneden keek, zag ik een zwarte auto staan. Volgens mij was het een Volkswagen. De auto stond op het midden van de Kenitrastraat. Ik zag dat de zwarte auto hard achteruit reed en met kracht remde ter hoogte van een geparkeerd staande champagnekleurige auto. De zwarte auto stopte met de voorzijde van de auto ter hoogte van de achterzijde/achterwielen van de champagnekleurige auto. Ik zag dat de kofferbak van deze auto open was en dat er iemand bij stond. Ik zag dat er een kale man uit het linker achterportier van de auto stapte. Hij liep naar de champagnekleurige auto toe en pakte uit de kofferbak een grote tas. De tas was zeker een meter breed. Ik zag dat de tas gevuld was. Hij gooide de tas door het nog geopende linker achterportier in de auto. Ik zag dat hij iets met zijn rechterhand pakte. Hij zat op zijn hurken en strekte zijn rechterarm in de richting van de man bij de champagnekleurige auto en schoot die man neer. Ik hoorde een harde knal en zag dat de man bij de auto in elkaar zakte. Ik zag dat het slachtoffer naar het geopende linker portier van de champagnekleurige auto kroop.
Ik zag dat de schutter in de auto stapte, links achterin, dus achter de bestuurder. Ik zag dat de auto met hoge snelheid wegreed de Kenitrastraat uit in de richting van de hoofdweg.
5. Het proces-verbaal onderzoek SIM-kaart van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 22 juni 2011, documentcode 1106221355.OIG, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - (p. 134-135):
Als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op vrijdag 10 juni 2011 stelde ik een onderzoek in aan een in beslag genomen goed, een GSM SIM-kaart, als nader omschreven. Deze SIM-kaart was voorzien van het unieke DO goednummer [001] .
Ik zag dat het nummer van de SIM-kaart [002] was. (...) Verder zag ik dat de SIM-kaart in 2 stukken was gebroken. Dit feit had verder geen invloed op het onderzoek.
Voor het achterhalen van het eigen nummer van de onderzochte SIM-kaart werd deze door mij in het toestel van de DO geplaatst, waarna door mij werd gebeld naar een toestel met een display. Hierop zag ik vervolgens het nummer [06-003] verschijnen.
6. Het proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 21 juli 2011, PL17C0 2011172565-161 en documentcode 1107211536.AMB, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - (p. 263-264):
Als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op 21 juli 2011, omstreeks 15.36 uur, heb ik een onderzoek ingesteld, op locatie [adres] , Schiedam waarbij het volgende is bevonden:
De gebruiker van het telefoonnummer [06-003] is zeer waarschijnlijk [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] .
Uit onderzoek naar de historische gegevens van [06-003] bleek dat met dit nummer in de opgevraagde periode het meest contact is geweest met de tien onderstaande telefoonnummers. Deze nummers staan op volgorde van frequentie van hoog naar laag weergegeven.
[06-004] (In de SIM-kaart opgeslagen onder 'L')
[06-005] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' [betrokkene 4] ')
[06-006] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' [betrokkene 5] ')
[06-007] (Niet in de SIM-kaart opgeslagen)
[06-008] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' [betrokkene 6] ')
[06-009] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' […] ')
[06-010] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' [medeverdachte 2] ')
[06-011] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' […] ')
[06-012] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' […] ')
[06-013] (In de SIM-kaart opgeslagen onder ' […] ')
Uit onderzoek in het bedrijfsprocessensysteem is gebleken dat het telefoonnummer [06-004] , opgeslagen onder de naam 'L' is gekoppeld aan de personenkaart van [betrokkene 3] , geboren [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] . [betrokkene 3] heeft een relatie met [verdachte] .
Het telefoonnummer [06-005] , qua contactfrequentie het tweede nummer in bovenstaande lijst, is het telefoonnummer dat volgens de MMA-melding in gebruik is bij [betrokkene 4] . In de SIM-kaart staat dit nummer opgeslagen onder de naam ' [betrokkene 4] '.
Het telefoonnummer [06-006] , qua contactfrequentie het derde nummer in bovenstaande lijst, staat in de SIM-kaart opgeslagen onder de naam ' [betrokkene 5] '. [verdachte] heeft een broer genaamd [betrokkene 5] , geboren [geboortedatum] 1992.
Het telefoonnummer [06-008] , qua contactfrequentie het vijfde nummer in bovenstaande lijst, staat in de 3151-kaart opgeslagen onder de naam ' [betrokkene 6] '. [verdachte] heeft een neef genaamd [betrokkene 6] , geboren [geboortedatum] 1990.
Uit de historische gegevens blijkt tevens dat het telefoonnummer [06-003] het meest wordt gebruikt op zendmasten aan het Vredenoordplein te Rotterdam en op een zendmast aan het Burgemeester S'jacobplein te Rotterdam. Van [verdachte] is bekend dat hij verbleef bij zijn ouders aan de [a-straat 1] te Rotterdam, nabij het Vredenoordplein.
[betrokkene 3] verblijft aan de [b-straat 1] te Rotterdam, nabij het Burgemeester S'jacobplein.
Gezien vorenstaande kan worden geconcludeerd dat het telefoonnummer van de gebroken SIM-kaart, [06-003] , zeer waarschijnlijk werd gebruikt door [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] .
7. Het proces-verbaal van relaas van de politie Rotterdam-Rijnmond, afdeling Forensische Opsporing d.d. 28 oktober 2011, nr. 2011 172565, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - (forensisch dossier TGO Valetta):
Als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Interpretatie onderzoeksresultaten forensisch onderzoek
Op woensdag 8 juni 2011 omstreeks 19:50 uur vond een schietincident plaats op de Kenitrastraat te Rotterdam waarbij een mannelijk slachtoffer levensgevaarlijk werd verwond en op dinsdag 14 juni 2011 ten gevolge hiervan kwam te overlijden.
Dit slachtoffer bleek te zijn genaamd:
[betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] (Engeland).
(...)
2.
Bij dit schietincident zijn met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid twee vuurwapens gebruikt.
• Op de rijbaan van de Kenitrastraat achter de plek waar de Opel Corsa geparkeerd stond, werd een afgevuurde patroonhuls aangetroffen van het kaliber 9 mm.
• Op de rijbaan van de Kenitrastraat werd een gedeformeerde projectiel en een deel van een projectiel aangetroffen van het kaliber 7.65 mm. In een vlinderstruik in de tuin van pand 3 aan de Alexandriestraat werd een afgevuurd projectiel van het kaliber 7.65 mm aangetroffen.
• In de vluchtwagen van de daders, zijnde een Volkswagen Golf aangetroffen op de Zernikeplaats, werden twee complete patronen van het kaliber 7.65 mm aangetroffen.
3.
Het slachtoffer is zeer waarschijnlijk eenmaal beschoten met een semiautomatisch pistool van het kaliber 9 mm.
Parabellum.
• In het lichaam van het slachtoffer werd een afgevuurd projectiel van het kaliber 9 mm aangetroffen.
(...)
5.
Het andere vuurwapen betrof zeer waarschijnlijk een semiautomatisch pistool van het kaliber 7.65 mm. Browning, merk FEG, model PA 63. (...)
6.
Met het onder 4 genoemde vuurwapen (het hof begrijpt: met het onder 5 genoemde vuurwapen) is zeer waarschijnlijk tenminste driemaal in de richting van de Djeddalaan geschoten. (...)
7.
Een rode Volvo personenauto die op dat moment dwars op de rijbaan van de Kenitrastraat stond is zeer waarschijnlijk tenminste driemaal geraakt door het projectiel waarschijnlijk afgevuurd vanuit dit vuurwapen. (...)
8.
Deze schoten zijn mogelijk vanuit een zwarte Volkswagen Golf afgevuurd die op dat moment ter hoogte van de auto van het slachtoffer stond. (...)
8. Het proces-verbaal van verhoor getuige van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 10 juni 2011, nr. PL17F0 2011172565-52 en 1106101530.G11, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergegeven - (p. 113-116):
Als verklaring van de getuige [betrokkene 2] :
Woensdag 8 juni 2011 was ik samen met een vriend van mij. Ik ken hem als [betrokkene 1] . Ik ben achter [betrokkene 1] aangereden omdat hij nog een afspraak had of iets. Hij is toen neergeschoten. Er is ook op mij geschoten en ik ben toen gevlucht. Ik heb de auto ergens achtergelaten en ik ben weggerend.
[betrokkene 1] verplaatste zich in de auto van zijn vader. Een rode Volvo V70. Het stuur zit aan de linkerzijde, maar de auto heeft wel een Engelse kentekenplaat.
[betrokkene 1] is in de Opel gestapt en ik ben in de Volvo van zijn vader gaan rijden. Toen wij het wijkje tegenover het Alexandrium in waren gereden, heeft [betrokkene 1] de auto aan de linkerzijde van de weg geparkeerd. Ik heb de Volvo een aantal plekken achter hem geparkeerd.
(...)
Ik ben rechtsom gekeerd. Ik raakte direct in paniek en probeerde de Volvo te draaien. Ik ben rechtsom gekeerd. Ik weet niet hoe ik gekeerd ben, maar ik kwam dwars op de weg te staan. Ik hoorde knallen en voelde glas in mijn nek. De ruit van het achterportier werd eruit geschoten. (...) Heel snel hierna werd de ruit van het voorportier aan de bestuurderszijde eruit geschoten. Ik weet niet hoe, maar ik ben weggekomen met de Volvo en heb deze een stukje verderop achtergelaten.
9. Een proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 6 juli 2011, nr. PL17F0 2011172565-133 en 1107061200.AMB, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergeven - (p. 175-176):
Als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Uit de historische gegevens bleek dat de gebruiker van het telefoonnummer + [06-003] op woensdag 8 juni 2011 te 19:44 uur voor de duur van 21 seconden werd gebeld door de gebruiker van het telefoonnummer + [06-010] en dezelfde dag te 19:46 uur werd gebeld door de gebruiker van het telefoonnummer + [06-007] . De duur van dit gesprek is onbekend gebleven. Verder bleek dat de gebruiker van het telefoonnummer + [06-003] op woensdag 8 juni 2011 te 19:34 uur een sms-bericht heeft verstuurd naar het telefoonnummer + [06-008] .
Van bovenstaande contacten, + [06-010] , + [06-007] en + [06-008] zijn historische verkeersgegevens bevraagd. Uit deze verkeersgegevens bleek dat alle drie deze telefoonnummers ten tijde van de schietpartij zendmasten gebruiken in de directe nabijheid van de plaats delict.
10. Een proces-verbaal van bevindingen van de politie Rotterdam-Rijnmond d.d. 14 oktober 2011, nr. PL17C0 2011172565-284 en 1110141035.AMB, voor zover inhoudende - kort en zakelijk weergeven - (p. 606-607):
Als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
In deze analyse zijn onder andere contacten weergegeven tussen de telefoonnummers [06-007] en [06-010] van [medeverdachte 2] en het telefoonnummer [06-003] van de gebroken simkaart van [verdachte] .
18:54:44 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 5 seconden
19:05:38 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 13 seconden
19:18:06 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 16 seconden
19:19:46 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 10 seconden
19:35:04 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 10 seconden
19:36:18 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 6 seconden
19:44:43 uur - [06-010] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 33 seconden
19:46:26 uur - [06-007] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 9 seconden
19:47:22 uur - [06-007] belt uit naar [06-003]
Daadwerkelijk gespreksduur: 0 seconden."
2.2.2.
De door het Hof uit het vonnis waarvan beroep overgenomen bewijsmiddelen luiden als volgt:
"1. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172565-17 met documentcode 1106081945.AMB (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal, nummer 2011172565), opgemaakt en op 9 juni 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten (proces-verbaal van bevindingen, zaak Valetta,
p. 1 e.v.):
Op woensdag 8 juni 2011 kwamen wij aan op de Kenitrastraat te Rotterdam. Wij zagen dat aan de rechterzijde van de rijbaan een personenauto van het merk Opel type Corsa voorzien van het kenteken [AA-00-BB] stil stond. Wij zagen vervolgens dat op het trottoir naast het geopende portier aan de bestuurderszijde een manspersoon lag. Wij zagen dat de man een wond aan zijn buik had aan de linkervoorzijde ter hoogte van zijn middenrif. Wij zagen dat de wond vermoedelijk een schotwond was.
4. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172565-89 met documentcode 1106170700.AMB (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal, nummer 2011172565), opgemaakt en op 17 juni 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant (proces-verbaal van bevindingen, zaak Valetta, p. 14 e.v.):
Ik, verbalisant, [verbalisant 7] , brigadier, 006 Incidentgericht, Politie Rotterdam - Rijnmond, verklaar het volgende:
Op woensdag 8 juni 2011 vond een schietpartij plaats in de Kenitrastraat te Rotterdam. Direct na de schietpartij werd een ter plaatse aanwezige agent aangesproken door een getuige genaamd [getuige 2] . Hij verklaarde bestuurslid van de Vereniging voor Eigenaren te zijn en uit dien hoofde het beheer te hebben over een aantal camera's in en rond het flatgebouw. Hij verklaarde dat er één van die camera's gericht staat op de afgesloten parkeerplaats achter bedoelde flat. Deze parkeerplaats ligt evenwijdig van de Kenitrastraat. [getuige 2] verklaarde dat er een klein deel van de openbare weg zichtbaar is op beelden van die camera en dat hij die ter beschikking wilde stellen aan de politie.
De beelden werden op 9 juni 2011 aan mij, verbalisant, overhandigd. Hierbij merkte [getuige 2] op dat de tijdweergave een 12-uursweergave is en dat de weergegeven tijd niet de correcte tijd is: de tijd is ingesteld op wintertijd. Bij de weergegeven tijd dient dus 1 uur te worden opgeteld. Ik, verbalisant, heb deze beelden vervolgens uitgekeken. Ik merk op dat ik de weergegeven tijden heb aangepast aan de werkelijke tijd.
Ik, verbalisant, heb op deze beelden het volgende kunnen waarnemen:
19.49.45
Lichtkleurige auto rijdt in de Kenitrastraat in de richting van de Hoofdweg en stopt in een parkeervak aan de zijde Vallettastraat. Later is vastgesteld dat het de Opel Astra, gekentekend [AA-00-BB] betreft.
19.51.10
Een man loopt op de particuliere parkeerplaats in de richting van de Kenitrastraat. Na de slagbomen loopt hij de Kenitrastraat op in de richting van de Djeddalaan. Deze man werd later herkend als getuige [getuige 3] . Op hetzelfde moment rijdt er een donkerkleurige auto, klein model, in de Kenitrastraat in de richting van de Hoofdweg.
19.51.26
Deze donkerkleurige auto (als genoemd in 19.51.10), klein model, stopt in de Kenitrastraat met de achterzijde ter hoogte van de voorzijde van de Opel. Slechts de achterzijde van de donkerkleurige auto is nog zichtbaar op de camerabeelden.
19.51.27
Een persoon komt uit gebukte houding omhoog ter hoogte van de achterzijde aan de bijrijderszijde van de donkerkleurige auto. De persoon loopt om de donkere auto heen naar de Opel en stapt aan de bijrijderszijde in de Opel.
19.51.37
De donkerkleurige auto rijdt door in de richting van de Hoofdweg en verdwijnt uit beeld.
19.51.43
De Opel beweegt met een schok een klein stukje achteruit.
19.51.50
Er stapt een persoon uit aan de bijrijderszijde van de Opel en loopt naar de achterzijde van de Opel.
19.51.53
De persoon opent de kofferbak van de Opel en maakt een beweging alsof hij iets uit de kofferbak pakt. Tegelijkertijd is een "schim" te zien aan de bestuurderszijde van de Opel (beelden onduidelijk).
19.51.57
De persoon die de kofferbak had geopend, doet een stap achteruit/zijwaarts en bukt.
19.52.04
Een donkerkleurige auto rijdt achteruit, vanuit de richting van de Hoofdweg, de Kenitrastraat in en stopt met zijn voorzijde ter hoogte van de achterzijde van de Opel. De persoon die zich bij de kofferbak van de Opel bevindt, loopt naar de bijrijderszijde van de donkerkleurige auto, eerst naar de voorzijde van deze auto en dan naar de achterzijde, waarna hij hier instapt (achter de bestuurder).
19.52.19
De donkerkleurige auto rijdt vooruit weg in de richting van de Hoofdweg.
7. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172791-2 met documentcode 1106082106.AMB (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal, nummer 2011172565), opgemaakt en op 9 juni 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 8] , voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant (proces-verbaal van bevindingen, zaak Valetta, p. 36 e.v.):
Op woensdag 8 juni 2011 omstreeks 21.02 uur ging ik, verbalisant [verbalisant 8] , in opdracht van het personeel van de politiemeldkamer Rotterdam-Rijnmond, naar de Zernikeplaats te Rotterdam. Hier zou ter hoogte van pand 572 van de Zernikeplaats een zwarte Volkswagen Golf geparkeerd staan met een ingeslagen achterruit en draaiende motor. Ter plaatse gekomen werd ik, verbalisant, aangesproken door betrokkene [betrokkene 7] . Hij verklaarde mij in het kort:
Op woensdag 8 juni omstreeks 20.45 uur parkeerde ik mijn personenauto in een van de parkeervakken van de parkeerplaats gelegen voor het pand Zernikeplaats 572. Toen ik uit mijn auto stapte zag ik een zwarte Volkswagen Golf voorzien van het kenteken [EE-00-FF] staan. Ik zag dat de achterruit van deze auto was ingeslagen. Verder zag ik dat de verlichting van deze auto brandde en ik hoorde dat de motor draaide. Door de kapotte achteruit zag ik dat de contactsleutel nog in het contactslot zat. Ik zag verder geen personen bij deze auto. Omdat ik dit een vreemde situatie vond heb ik de politie gebeld.
Op woensdag 8 juni 2011 omstreeks 21.15 uur kwamen de collega's [verbalisant 14] en [verbalisant 15] van de eenheid 0605 ter plaatse. Zij herkenden dit kenteken van een eerdere melding waarbij een zwarte Volkswagen Golf na een schietincident in de omgeving van de Valettastraat te Rotterdam was weg gereden. Dit incident is geregistreerd onder het BVH-nummer 2011172565. Hierna heb ik de omgeving van de Volkswagen Golf [EE-00-FF] door middel van linten afgezet als plaats delict, in afwachting van een onderzoek van de Forensische Opsporing.
8. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172565-10 met documentcode 1106082100.G10 (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nummer 2011207435) opgemaakt en op 8 juni 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 9] , voor zover inhoudende als de op die datum tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [getuige 3] (verhoor getuige, Zaak Valetta, p. 106 e.v.):
Op woensdag 8 juni 2011, zat ik in mijn woning, op de [d-straat 1] te Rotterdam. Ik woon in een flat op de 7e etage en heb vanaf mijn woning zicht op de Kenitrastraat te Rotterdam. Omstreeks 19.55 uur hoorde ik een harde knal. De knal, die ik hoorde herkende ik als het geluid dat afkomstig is van een vuurwapen. Ik ben vervolgens opgestaan en ben voor het raam gaan staan. Ik zag een zwartkleurige Volkswagen, type Golf voorzien van het kenteken [EE-00-FF] staan op de Kenitrastraat ter hoogte van een beigekleurige auto. Later bleek dat er een slachtoffer bij deze beige auto lag.
9. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer 2011 172565-55 (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal, nummer 2011172565), opgemaakt en op 20 juni 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 10] , voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant (proces-verbaal van bevindingen):
Ten tijde van het onderzoek op de plaats van het incident op de Kenitrastraat werd ik door politiepersoneel geïnformeerd dat er aan de Zernikeplaats te Rotterdam een personenauto was aangetroffen welke verband hield met dit schietincident. Mij werd gevraagd op de Zernikeplaats een onderzoek in te stellen.
VOERTUIG
Het betrokken voertuig betrof een personenauto van het fabrieksmerk Volkswagen, type Golf, kleur zwart voorzien van het Nederlandse kenteken [EE-00-FF] .
ONDERZOEKSMOMENTEN
Op woensdag 8 juni 2011, van 22.40 tot 23:55 uur heb ik onderzoek verricht aan de Zernikeplaats te Rotterdam. Op donderdag 9 juni 2011, van 10.10 tot 11.45 uur heb ik onderzoek verricht op het opslagterrein van de politie Rotterdam-Rijnmond aan de Veilingweg 66 te Rotterdam.
FOTO'S
Tijdens het technisch onderzoek werden van de aangetroffen situatie foto's gemaakt. Een selectie van deze foto's, genummerd 1 tot en met 22, is in dit proces-verbaal verwerkt en maakt hiervan deel uit. Deze en de niet geselecteerde foto's worden in het archief van de afdeling Forensische Opsporing opgeslagen. Op de pagina's naast de foto's is door mij een korte omschrijving van en eventuele nadere informatie over deze foto's weergegeven.
Foto 4
Opname van dichtbij van de verbrijzelde achterruit van deze personenauto
Foto 5
Ik zag op de zitting van de bestuurdersstoel twee scherpe patronen liggen. Deze scherpe patronen werden door mij inbeslaggenomen, veiliggesteld en gewaarmerkt met de SIN-nummers AADR1150NL en AADR1151NL. Deze scherpe patronen waren van het kaliber 7.65 millimeter.
Foto 7
Op de zitting van de bijrijdersstoel trof ik een gebroken SIM-kaart aan. Ik zag op deze SIM-kaart het nummer [002] staan. Deze gebroken SIM-kaart heb ik inbeslaggenomen, veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN-nummer AADR1152NL
Foto 13
Opname van het portiervak van het linkervoorportier van deze personenauto. In dit portiervak trof ik een flesje water aan. Dit flesje water heb ik inbeslaggenomen, veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN-nummer AADR1179NL.
Foto 18
Opname van een gedeelte van de vloer aan de linkerachterzijde van deze personenauto nadat de mat verwijderd is. Onder deze mat trof ik een afgevuurde patroonhuls aan. Deze afgevuurde patroonhuls heb ik veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN-nummer AADR1180NL
Foto 20
Opname van een gedeelte van de vloer aan de rechterachterzijde van deze personenauto. Onder de bijrijdersstoel trof ik een afgevuurde patroonhuls aan. Deze werd door mij veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN-nummer AADR1182NL.
10. Een aanvullend ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17P0 2011172565-326 (ter terechtzitting d.d. 11 december 2012 overlegd), opgemaakt en op 26 maart 2012 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 11] , voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant (proces-verbaal van bevindingen):
Op vrijdag 10 juni 2011 heb ik een halfvol flesje Spa (AADR1179NL) bemonsterd op de aanwezigheid van DNA-sporen. Deze bemonstering werd gewaarmerkt met het SIN-nummer:
AADF7758NL - bemonstering drinkrand halfvol flesje Spa (AADR1179NL).
11. Een ambtsedig rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 10 oktober 2011 nummer 2011.06.15.022 opgemaakt door de vast gerechtelijk deskundige Y. van de Wal, voor zover inhoudende:
Interpretatie en conclusie
Uit de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek wordt het volgende geconcludeerd:
Het DNA-profiel van de verdachte [verdachte] RAAP3777NL matcht met het DNA-profiel van het celmateriaal in de bemonstering AADF7758NL#01 van de drinkrand van een halfvol flesje Spa. Hiermee wordt de verdachte [verdachte] gekoppeld aan onbekende man A. Dit betekent dat het celmateriaal in de bemonstering AADF7758NL#01 afkomstig kan zijn van de verdachte [verdachte] . De berekende frequentie van het DNA-profiel van het celmateriaal in de bemonstering AADF7758NL#01 is kleiner dan één op één miljard. Ofwel, de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
13. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17C0 2011172565-133 met documentcode 1107061200.AMB (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal, nummer 2011172565), opgemaakt en op 6 juli 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant (proces-verbaal van bevindingen, zaak Valetta, p. 175-176):
Bij een ingesteld onderzoek werd in de Volkswagen Golf onder andere een gebroken simkaart aangetroffen. Uit onderzoek bleek deze gebroken simkaart te zijn van de provider Telfort en was voorzien van het telefoonnummer + [06-003] .
Uit de historische gegevens is gebleken dat dit nummer een zendmast aan de Hoofdweg gebruikt vlak voordat de schietpartij plaatsvindt. Deze zendmast is in de directe nabijheid van de plaats delict gesitueerd.
Uit de historische gegevens bleek dat de gebruiker van het telefoonnummer + [06-003] op woensdag 8 juni 2011 te 19:44 uur voor de duur van 21 seconden werd gebeld door de gebruiker van het telefoonnummer + [06-010] en dezelfde dag te 19:46 uur werd gebeld door de gebruiker van het telefoonnummer + [06-007] . De duur van dit gesprek is onbekend gebleven. Verder bleek dat de gebruiker van het telefoonnummer + [06-003] op woensdag 8 juni 2011 te 19:34 uur een sms-bericht heeft verstuurd naar het telefoonnummer + [06-008] . Van bovengenoemde contacten, + [06-010] , + [06-007] en + [06-008] zijn historische verkeersgegevens bevraagd. Uit deze verkeersgegevens bleek dat alle drie deze telefoonnummers ten tijde van de schietpartij zendmasten gebruiken in de directe nabijheid van de plaats delict.
14. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172565-194 met documentcode 1108311900.V02 (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nummer 2011207435) opgemaakt en op 31 augustus 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 12] , voor zover inhoudende als de op die datum tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] (verhoor verdachte, zaak Valetta, p. 296 e.v.):
[medeverdachte 3] gaf berichten door als: "Over 10 minuten zijn ze er, over 5 minuten zijn ze er". Ik heb toen gebeld en doorgegeven dat ze er over 2 minuten zouden zijn. [medeverdachte 3] dacht dat ik in die auto zat.
Op 5 juni komt [medeverdachte 3] naar je toe en zegt dat hij 120 kilo voor [betrokkene 2] heeft opgehaald en afgegeven aan [betrokkene 2] . Er komt nog een partij van 50 kilo aan die week, dat vertelde hij aan jou. Die derde persoon is daarbij. Omdat het voor [betrokkene 2] is doe je er niet aan mee. De derde persoon zegt ik doe mee. [medeverdachte 3] wil [betrokkene 2] rippen van die 50 kilo heroïne.
Ja dat heeft hij openlijk gezegd.
Maar omdat jij die Engelsman kent heeft [medeverdachte 3] je verteld waar het moet gebeuren, dan smeekt [medeverdachte 3] je er naar toe te gaan en die Engelsman aan te wijzen aan die derde persoon. Die derde persoon gaat die Engelsman rippen. [medeverdachte 3] is steeds in de veronderstelling geweest dat jij er was. Maar jij hebt niet gezegd dat jij er niet was. Jij was daar alleen in de buurt samen met een vriend in een auto. [medeverdachte 3] denkt dat jij daar was om die Engelsman aan te wijzen zodat die derde persoon weet wie het is. Zodra [medeverdachte 3] vertelt waar hij is dan geef jij het door aan die derde persoon.
Ja dat moest ik doen van [medeverdachte 3] .
Jij hebt de info van [medeverdachte 3] doorgegeven aan die derde persoon die moest rippen. Ineens belt die derde persoon op en zegt: "Wat moet ik doen er zijn twee auto's".
Ja ik heb [medeverdachte 3] gebeld en dat gevraagd.
Oké, jij belt [medeverdachte 3] en vraagt om die informatie. [medeverdachte 3] zegt tegen jou dat je toch weet hoe hij eruit ziet? Jij geeft dat door aan de derde persoon. Later kom je hem tegen op de Vlietlaan. Opmerking verbalisanten: Tijdens de samenvatting bevestigt verdachte steeds door met zijn hoofd te knikken. Met welk nummer had je contact met [medeverdachte 3] die dag?
Met dat [06-007] nummer.
15. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172565-196 met documentcode 1109011045.V02 (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nummer 2011207435) opgemaakt en op 1 september 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaar [verbalisant 12] , voor zover inhoudende als de op die datum tegenover de verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 12] afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] (verhoor verdachte, zaak Valetta, p. 309 e.v.):
[medeverdachte 3] had direct contact met die mensen.
Wie bedoel je met die mensen?
Die mensen die aanwezig waren bij die rippartij. Er schiet me iets te binnen, in de middag kwam [medeverdachte 3] met meneer X aan. Hij heeft een tip gegeven dat [betrokkene 2] in een BMW reed. Maar in die middag heeft hij besproken met meneer X dat [betrokkene 2] een andere auto had gehuurd. Hij zei "luister hij komt niet met die BMW hij heeft ook een andere auto gehuurd". Nogmaals [medeverdachte 3] is met meneer X naar de plek geweest om het aan te wijzen die middag. Later kwam [medeverdachte 3] naar mij toe en zijn we die tassen gaan halen. Toen we bij de Noordmolenstraat kwamen heb ik binnen in de winkel gevraagd waarom hij die tassen moest hebben.
Hoe ben je naar de Noordmolenstraat gegaan?
[medeverdachte 3] kwam met iemand met een auto.
17. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17F0 2011172565-205 met documentcode 1109081000.V02 (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nummer 2011207435) opgemaakt en op 8 september 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 13] , voor zover inhoudende als de op die datum tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] (verhoor verdachte, zaak Valetta, p. 385 e.v.):
Wie bedoel je met die andere gasten?
Daarmee bedoel ik die gasten die die heeft ingehuurd en heeft getipt. Ik wist dat het om een rippartij ging. Het gaat om 50 of 80 kilo. Die gasten hebben van [betrokkene 2] gehoord dat het over 50 kilo ging.
Mehmet, kan jij je herinneren waar je was in de nacht voor de schietpartij? Je hebt verteld dat je 's ochtends wakker werd gebeld.
Ik was thuis en werd wakker gebeld door [medeverdachte 3] . Dat klopt. Daarna heb ik misschien nog even uitgeslapen. Ik ben daarna in ieder geval naar de Goudse Rijweg gegaan. Daar ontmoette ik [medeverdachte 3] en meneer X. Toen vertelde [medeverdachte 3] dat [betrokkene 2] een andere auto zou hebben; een huurauto. Hij heeft gezegd wat voor auto, maar dat kan ik me niet meer herinneren. Ik ging naar de Vlietlaan. Ik ben toen samen met [medeverdachte 3] in de huurauto naar het hotel gegaan, wat ik u eerder al heb verteld. Toen [medeverdachte 3] naar binnen ging en ik buiten bleef wachten. Daarna zijn we teruggegaan naar de Goudse Rijweg. Later 's middags gingen [medeverdachte 3] en meneer X, die ook op de Goudse Rijweg was, samen nog even weg. Ik zag dat zij niet in de huurauto van [medeverdachte 3] wegreden, maar in de auto van meneer X. [medeverdachte 3] zou toen aan meneer X de plaats aanwijzen waar de rippartij moest gaan gebeuren die avond. Hij zei er zelfs nog bij dat het precies om 19.30 uur was. Ik heb gehoord dat hij dat tegen meneer X heeft gezegd.
De 8e wordt jij wakker gebeld door [medeverdachte 3] . Wij zien op jouw telefoonlijst dat je direct daarna belt met [betrokkene 6] .
Dat klopt wel.
Waar ging dat over?
Ik had een auto nodig.
Hoe bedoel je?
Nou, naar die rippartij 's avonds. Daar had ik een auto voor nodig. Ik wilde in de buurt zijn en kijken wat er zou gaan gebeuren.
Wat gebeurde er toen? Wat spraken jullie af?
[betrokkene 6] zei dat hij geen tijd had. Ik zei dat ik op de Goudse Rijweg was. [betrokkene 6] kwam later aan en ik vroeg aan [betrokkene 6] of ik zijn auto kon lenen. Hij zei dat hij geen auto had, maar dat hij de auto van zijn moeder wel ging halen.
Wat voor auto was dat?
Een paarse Opel Astra.
Wat gebeurde er daarna?
Ik heb best een tijdje op de Goudse Rijweg gezeten. [medeverdachte 3] kwam nog bij mij langs. Ik vroeg hem toen wel waar die rippartij zou zijn. [medeverdachte 3] legde uit dat het door de tunnel was en dan de eerste of tweede rechts ofzo. Hij legde dat uit. Ik vroeg hoe laat de afspraak was. [medeverdachte 3] zei dat dat half 8 was. Oké, ik was met [betrokkene 6] in de auto. Ik noem hem [betrokkene 6] . Wij reden rond in de buurt van waar de rippartij zou gaan gebeuren toen [betrokkene 6] op een gegeven moment een sms op zijn telefoon kreeg dat hij moest bellen. Dat was een bericht van meneer X. [betrokkene 6] reed, dus ik moest bellen. Ik heb toen direct teruggebeld naar meneer X. Ik hoorde meneer X zeggen dat we moesten opkankeren en hij vroeg wat daar deden. Hij zei dat we moesten opkankeren met die auto. Ik begreep meteen dat hij ons had zien rijden. Hier schrokken we van en zijn we snel weggereden.
Waar reden jullie toen je belde met meneer X?
Ik weet niet, daar in de buurt.
Opmerking verbalisanten: aan verdachte wordt een kaart getoond. Verdachte wijst de Voermanweg aan.
We reden volgens mij op de Voermanweg toen ik meneer X belde. We reden door de tunnel (opmerking verbalisanten: onderdoorgang winkelcentrum Alexandrium) bij de metro en gingen naar links. We reden naast de metrobaan op de Voermanweg. Ik weet niet meer of het sms'je van meneer X op mijn of de telefoon van [betrokkene 6] binnen kwam. Ik belde in ieder geval meneer X direct daarna met mijn telefoon. Dat telefoongesprek was nog voor de schietpartij.
Waarom wordt jij [medeverdachte 2] genoemd?
Soms word ik zo genoemd.
We willen je nog wat voorhouden. Om 19:33:00 uur passeert de blauwe Opel Astra voorzien van het kenteken [GG-00-HH] de camera aan de Hoofdweg, net voorbij de kruising met de prins Alexanderlaan in de richting van het Kralingsebos. Om 19:34:44 uur ontvangt [betrokkene 6] een sms bericht van [verdachte] . De gsm van [betrokkene 6] zit dan in de buurt van het Jacob van Campenplein te Rotterdam-Prins Alexander. Om 19:35:04 uur wordt met jouw toestel gebeld naar [verdachte] . Je bent dan in de buurt van het Kralingsebos. De telefoon van [verdachte] is op dat moment in de buurt van de Hoofdweg. Omdat jij verklaart dat [betrokkene 6] , toen jij bij hem in de auto zat en jullie aan het rondrijden waren, vlak vóór de schietpartij, een sms'je kreeg van meneer X met het verzoek hem te bellen. Hierna, zo verklaarde jij, heb jij gebeld hebt met meneer X. Nu kunnen we dus niet anders concluderen dan dat de meneer die jij meneer X noemt, [verdachte] is. Klopt dat?
Ja....
19. Een ambtsedig proces-verbaal van de politie Rotterdam-Rijnmond, nummer PL17D0 2011172565-268 met documentcode 1110100950.V02 (als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nummer 2011207435) opgemaakt en op 10 oktober 2011 ondertekend door de opsporingsambtenaren [verbalisant 7] en [verbalisant 13] , voor zover inhoudende als de op die datum tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van [medeverdachte 2] (verhoor verdachte, zaak Valetta, p. 518 e.v.):
We beginnen met de dag voordat de schietpartij plaats vond, toen de tassen voor [betrokkene 2] werden gekocht op de Noordmolenstraat. Je hebt ons verteld dat [verdachte] met jou en [medeverdachte 3] is mee geweest. Jullie waren met de auto van [verdachte] . Welke auto was dat?
Dat was een goudkleurige Golf IV. Ik was op de
Goudse Rijweg. Het was rond de middag. Even later kwam [medeverdachte 3] met [verdachte] aanrijden. [medeverdachte 3] kwam binnen en vroeg of ik wat te doen had. Ik zei nee. Ik had de dag ervoor al gezegd tegen [medeverdachte 3] gezegd dat ik niet mee wilde doen. Ik liep met hem mee en we stapten in de goudkleurige Golf van [verdachte] . [medeverdachte 3] zei dat hij tassen moest halen. [medeverdachte 3] vroeg nogmaals of ik mee wilde doen. Hij vroeg of ik mee wilde doen met [betrokkene 2] rippen. Daarna reden we met zijn drieën naar de Noordmolenstraat. Ik stapte met [medeverdachte 3] uit en [verdachte] bleef zitten. Ik werd wakker gebeld door [medeverdachte 3] rond
12 uur en [medeverdachte 3] vroeg me waar je auto's kon huren. Later ben ik gewoon naar de Vlietlaan gelopen. Ik kwam daar [medeverdachte 3] en [verdachte] tegen op de Vlietlaan. [medeverdachte 3] zei toen dat de ripdeal die dag, dus 8 juni, zou plaats vinden. [medeverdachte 3] zei dat [betrokkene 2] een auto had gehuurd en dat hij het vandaag moest ophalen. De ripdeal moest dus ook vandaag plaats vinden. Zoiets zei [medeverdachte 3] tegen mij. [verdachte] stond er bij toen we dat bespraken en hij kon het ook horen. [medeverdachte 3] zei tegen [verdachte] dat hij zich klaar moest maken. Daarna ging [verdachte] weg met de goudkleurige Golf. [medeverdachte 3] vertelde mij dat hij in de hotelkamer moest inchecken en hij vroeg of ik mee ging. Hij vertelde ook dat hij eigenlijk 50 kilo moest ophalen voor [betrokkene 2] . Eerst zou het om 80 kilo zijn gegaan. In het Turks zei [medeverdachte 3] tegen [verdachte] en mij dat het om drugs ging. Later kwam [medeverdachte 3] weer met de auto naar mij toe. Ik stapte in de auto van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] vroeg waar [verdachte] was. Ik zei dat [verdachte] op de Vlietlaan was. [medeverdachte 3] vertelde dat hij aan [verdachte] ging laten zien waar het allemaal ging gebeuren. [medeverdachte 3] zei dat het bij de Hoofdweg ging gebeuren rond 19:30 uur. Ik stapte uit de huurauto van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 3] reed met de auto naar [verdachte] op de Vlietlaan. Ik zag dat [medeverdachte 3] zijn auto op de Vlietlaan parkeerde en in een groene Opel Corsa stapte. Ik zag dat [verdachte] achter het stuur ging zitten. Ik kon dat zien vanaf de Goudse Rijweg. Zo'n half uur à een uur later kwamen [verdachte] en [medeverdachte 3] terug met de Opel Corsa.
Je hebt eerder verklaard dat je twee telefoons in gebruik had. Met één van die telefoons, 06- [06-007] , heb je een vrouw genaamd [betrokkene 8] lastiggevallen.
Ja, dat [06-007] nummer heb ik al lang in gebruik.
Het tweede telefoonnummer dat bij jou in gebruik was die dag is 06- [06-010] . We hebben dat ook vast kunnen stellen.
Ja, dat kan wel kloppen. Ik werd op het [06-007] nummer wakker gebeld door [medeverdachte 3] . Vervolgens heb ik met het andere nummer [betrokkene 6] gebeld.
Je hebt eerder verklaard dat je hebt gehoord dat er rommel in die tas zat. Van wie heb je dat?
Een of twee dagen na de schietpartij sprak ik [verdachte] . Hij vertelde dat er allemaal rommel in die tas zat. Het was mix.
Ik heb doorgebeld dat ze er over twee minuten zijn. Ik heb zelf [medeverdachte 3] en [verdachte] gebeld. Dat is de waarheid. U zegt me dat [medeverdachte 3] is ge-sms't door [betrokkene 2] dat 'hij er is'. [medeverdachte 3] belde mij daarna en vroeg of ik het door wilde geven aan [verdachte] . Ik zei tegen [verdachte] dat [medeverdachte 3] onderweg was en dat 'hij' er is.
En 'hij' is dan [betrokkene 2] en de Engelsman?
Ja.
Dus je was een soort schakel tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] ?
Ja."
2.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring van feit 1 voorts het volgende overwogen:
"De raadsman van de verdachte heeft (...) betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.
Daartoe heeft hij aangevoerd - zakelijk weergegeven - dat de voor de verdachte belastende verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) onbetrouwbaar zijn en daarom niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt. [medeverdachte 2] heeft inconsistent verklaard en is bij ieder verhoor steeds met nieuwe informatie gekomen. Daarnaast heeft de politie hem voor wat betreft het noemen van de naam van de verdachte onder druk gezegd. Voorts vindt hetgeen [medeverdachte 2] heeft verklaard geen steun in ander bewijs, althans volgt uit dit zogenaamde steunbewijs niet dat de verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij het onder 1 ten laste gelegde.
Voorts heeft de raadsman onder verwijzing naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Vidgen betoogd dat de verklaringen van [medeverdachte 2] niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd, nu de verdediging niet effectief in de gelegenheid is geweest om de verklaringen op hun betrouwbaarheid te toetsen. [medeverdachte 2] heeft tijdens zijn getuigenverhoren immers steeds een beroep gedaan op zijn verschoningsrecht.
(...)
Het hof overweegt te dien aanzien als volgt.
Betrouwbaarheid van de door de medeverdachte [medeverdachte 2] afgelegde verklaringen
De verklaring van [medeverdachte 2]
is op 30 augustus 2011 aangehouden. Hij is onder meer op 31 augustus 2011, 1 en 8 september 2011 en 10 oktober 2011 als verdachte gehoord door de politie.
Zijn verklaringen houden - kort samengevat - het navolgende in.
De medeverdachte [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) heeft aan [medeverdachte 2] en aan een ander verteld dat hij op zondag 5 juni 2011 een partij van 120 kilo heroïne heeft opgehaald en deze vervolgens heeft afgegeven aan [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2] ). [medeverdachte 3] heeft hen verder verteld dat hij [betrokkene 2] voor 50 kilo wilde rippen en aan hen gevraagd of zij wilden meedoen. [medeverdachte 2] heeft gezegd dat hij dat niet wilde, maar de ander heeft zich wel daarvoor aangeboden. [medeverdachte 3] heeft aan [medeverdachte 2] gevraagd of hij ter plaatse kon zijn, zodat hij de Engelsman kon aanwijzen aan degenen die de beroving zouden gaan uitvoeren. [medeverdachte 2] kende de Engelsman. In een later stadium heeft [medeverdachte 2] verklaard dat met de ander [verdachte] wordt bedoeld. Hij heeft dit gezegd toen hij werd geconfronteerd met onderzoeksresultaten en is daar later nooit meer op teruggekomen.
In de middag van 7 juni 2011 is [medeverdachte 2] samen met [medeverdachte 3] en de verdachte in de auto van de verdachte vanaf de Goudse Rijweg naar de Noordmolenstraat in Rotterdam gereden. [medeverdachte 3] vroeg de verdachte toen nogmaals of hij wilde meedoen met het rippen van [betrokkene 2] . [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn vervolgens op de Noordmolenstraat uitgestapt om tassen te kopen, terwijl de verdachte in de auto is blijven zitten.
Op 8 juni 2011 heeft [medeverdachte 3] [medeverdachte 2] gebeld met de vraag waar hij een auto kon huren. Later die dag is [medeverdachte 2] [medeverdachte 3] en de verdachte tegengekomen op de Vlietlaan. [medeverdachte 3] heeft [medeverdachte 2] toen verteld dat zowel hijzelf als [betrokkene 2] voor die dag een auto hadden gehuurd en dat hij, [medeverdachte 3] , de weg te nemen partij die dag moest ophalen. [medeverdachte 3] zei tegen [medeverdachte 2] en de verdachte dat de ripdeal ook die dag moest plaatsvinden. [medeverdachte 3] zei de verdachte vervolgens dat hij zich klaar moest gaan maken. Later die middag heeft [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 2] gezegd dat hij aan de verdachte zou laten zien waar het allemaal zou gaan gebeuren. Tegen [medeverdachte 2] heeft hij gezegd dat de ripdeal zou plaatsvinden rond 19:30 uur bij de Hoofdweg in Rotterdam.
[medeverdachte 2] is in de avond van 8 juni 2011 niet ter plaatse geweest, maar heeft in de buurt rondgereden met [betrokkene 6] , de neef van verdachte. Hij heeft telefonisch informatie doorgegeven aan de rippers vanaf het telefoonnummer [06-007] (hierna: [06-007] ). Ook had [medeverdachte 2] het telefoonnummer [06-010] (hierna: [06-010] ) in gebruik. [medeverdachte 2] gaf informatie door die hij kreeg van [medeverdachte 3] zoals "over tien minuten zijn ze er" en "over vijf minuten zijn ze er." Ook is hij gebeld door de rippers met de mededeling "er zijn twee auto's, wat moet ik doen." [medeverdachte 2] heeft hierop [medeverdachte 3] gebeld en dat aan hem gevraagd.
[medeverdachte 2] heeft tot slot verklaard dat de verdachte hem vlak voor de diefstal samen met [betrokkene 6] in de omgeving van de Hoofdweg heeft zien rondrijden. Hierop heeft de verdachte een sms-bericht gestuurd naar [medeverdachte 2] of [betrokkene 6] , waarop [medeverdachte 2] de verdachte heeft gebeld. De verdachte zei toen dat [medeverdachte 2] en [betrokkene 6] moesten wegrijden uit de omgeving.
Oordeel van het hof
Het hof acht de verklaringen van [medeverdachte 2] betrouwbaar en zal deze gebruiken voor het bewijs. Zijn verklaringen zijn in voldoende mate consistent en vinden op belangrijke onderdelen steun in de overige bewijsmiddelen. Zo is onder meer gebleken dat:
- In de achterbak van de door [betrokkene 2] gehuurde Opel Corsa met het kenteken [AA-00-BB] waarin het slachtoffer [betrokkene 1] zat, is een label van " […] " aangetroffen behorend bij een wieltas van het merk Enrico Benetti. Uit navraag bij de winkel " […] " aan de Noordmolenstraat te Rotterdam is gebleken dat op 7 juni 2011 twee mannen in de winkel zijn geweest die twee reistassen van het merk Enrico Benetti hebben gekocht. Verder heeft [medeverdachte 3] verklaard dat hij op 7 juni 2011 samen met [medeverdachte 2] in opdracht van [betrokkene 2] twee tassen heeft gekocht. Een derde heeft hen in diens auto naar de winkel gereden.
- [medeverdachte 3] heeft op 8 juni 2011 een Opel Corsa gehuurd met kenteken [II-00-JJ] . Hij heeft verklaard de hele dag in deze auto te hebben gereden. Het kenteken van deze Opel Corsa is die dag om 13:46 en 19:53 uur geregistreerd nabij de plaats delict door camera's van het bedrijf Vialis.
- De schutter zat als passagier in een zwarte Volkswagen Golf met kenteken [EE-00-FF] . Deze auto is zeer kort na het schietincident in de nabije omgeving van de plaats delict aangetroffen.
- In het linker voorportier van deze Volkswagen Golf is een halfvol flesje Spa aangetroffen. Het DNA-profiel afkomstig uit een monster van de drinkrand van dit flesje komt overeen met het DNA-profiel van de verdachte.
- Op de zitting van de bijrijdersstoel van deze Volkswagen Golf is een gebroken simkaart aangetroffen. Bij deze simkaart hoort het telefoonnummer [06-003] (hierna: [06-003] ). Dit telefoonnummer was zeer waarschijnlijk in gebruik bij de verdachte.
- De telefoonnummers [06-010] en [06-007] (in gebruik bij [medeverdachte 2] ) hebben op 8 juni 2011 tussen 18:54:44 en 19:46:26 uur tezamen negen maal gebeld naar het telefoonnummer [06-003] , waarbij er acht keer een verbinding tot stand is gekomen. Ook is gebleken dat het telefoonnummer [06-008] (hierna: [06-008] ), vermoedelijk in gebruik bij [betrokkene 6] , om 19:34 een sms-bericht heeft ontvangen van [06-003] .
- De telefoonnummers [06-003] , [06-007] , [06-010] en [06-008] hebben kort voor het schietincident gebruik gemaakt van zendmasten in de omgeving van de plaats delict.
- Het telefoonnummer 06- [06-016] in gebruik bij [medeverdachte 3] (hierna: [06-016] ) heeft in de avond van 8 juni 2011 tussen 18:29:23 uur en 19:46:55 uur zeven keer contact gehad met het telefoonnummer [06-007] . Daarnaast heeft [medeverdachte 3] in de middag en avond van 8 juni 2011 vanaf het telefoonnummer 06- [06-015] (hierna: [06-015] ) meermalen contact gehad met telefoonnummer 06-18081321 dat bij [betrokkene 2] in gebruik was. Verder zijn de telefoontoestellen voorzien van de telefoonnummers [06-016] en [06-015] op 8 juni 2011 in elkaars directe nabijheid gebleven en hebben zij dezelfde route afgelegd.
- De moeder van [betrokkene 6] een Opel Astra met kenteken [GG-00-HH] heeft waarvan [betrokkene 6] regelmatig gebruik maakte. Deze Opel Astra is op 8 juni 2011 tussen 18:46 en 19:50 meermalen geregistreerd in de nabije omgeving van de plaats delict op camerabeelden van het bedrijf Vialis.
- Op de camerabeelden van het bedrijf Vialis om 18:38, 18:53, 18:59, 19:52 en 19:53 in de omgeving van de plaats delict, namelijk nabij of in de richting van de Hoofdweg, een Opel Astra is geregistreerd met kenteken [KK-00-LL] .
Voorts is het hof van oordeel dat voornoemd bewijs - in onderling verband en samenhang beschouwd - het wettig en overtuigende bewijs levert dat de verdachte in de zwarte Volkswagen Golf met kenteken [EE-00-FF] heeft gezeten ten tijde van de ripdeal op 8 juni 2011, terwijl deze auto daar toen ook ter plaatse was.
Het verweer van de raadsman op dit punt wordt dan ook verworpen.
Het hof constateert met de verdediging dat [medeverdachte 2] geleidelijk aan steeds uitgebreider en gedetailleerder is gaan verklaren over zijn eigen betrokkenheid en die van de verdachte bij het onder 1 ten laste gelegde. Naar het oordeel van het hof doet dit echter niets af aan de betrouwbaarheid van wat hij daadwerkelijk verklaard heeft. Daarnaast neemt het hof ten aanzien van de gang van zaken tijdens de verhoren in aanmerking dat [medeverdachte 2] in een later stadium niet is teruggekomen op de door hem afgelegde verklaringen. Dat tijdens politieverhoren een ontoelaatbare druk op [medeverdachte 2] zou zijn uitgeoefend is naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep niet aannemelijk geworden.
Door de raadsman is voorts betoogd dat de verdediging niet effectief in de gelegenheid is geweest deze verklaringen op hun betrouwbaarheid te toetsen door middel van het uitoefenen van het ondervragingsrecht. Het hof stelt te dien aanzien vast dat [medeverdachte 2] zowel tijdens de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep is gehoord als getuige in de zaak van de verdachte en dat hij zich steeds heeft beroepen op zijn verschoningsrecht. Dit staat echter niet in de weg aan het gebruik van zijn verklaringen voor het bewijs.
Uit hetgeen hierboven is overwogen in het kader van de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van de door [medeverdachte 2] afgelegde verklaringen volgt immers dat de bewezenverklaring niet louter is gebaseerd op die verklaringen.
Gelet op het bovenstaande verwerpt het hof de verweren die zijn gevoerd ter zake van de bruikbaarheid en de betrouwbaarheid van de verklaringen afgelegd door de medeverdachte [medeverdachte 2] ."

3.Beoordeling van het eerste middel

3.1.
Het middel klaagt onder meer over de verwerping door het Hof van het verweer dat de verklaringen van de getuige
[medeverdachte 2] moeten worden uitgesloten van het gebruik voor het bewijs, omdat de verdediging onvoldoende in de gelegenheid is geweest deze getuige te ondervragen en de betrokkenheid van de verdachte bij het onder 1 tenlastegelegde feit niet in voldoende mate steun vindt in andere bewijsmiddelen.
3.2.1.
Een door enig persoon in verband met een strafzaak afgelegde en de verdachte belastende of ontlastende verklaring, zoals die onder meer kan zijn vervat in een ambtsedig proces-verbaal, wordt ingevolge de autonome betekenis welke toekomt aan de term 'witnesses/témoins' in art. 6, derde lid aanhef en onder d, EVRM, in het perspectief van het EVRM aangemerkt als verklaring van een getuige als aldaar bedoeld. Op grond van die verdragsbepaling heeft de verdediging aanspraak op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen. De omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen gebruik heeft kunnen maken van die mogelijkheid, staat niet eraan in de weg dat een door een getuige afgelegde verklaring voor het bewijs wordt gebezigd, mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, in het bijzonder doordat de bewezenverklaring niet in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd dan wel
- indien de bewezenverklaring wel in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd - het ontbreken van een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om de desbetreffende getuige te ondervragen in voldoende mate wordt gecompenseerd.
3.2.2.
Voor de beantwoording van de vraag of de bewezenverklaring in beslissende mate steunt op de verklaring van - kort gezegd - een, ondanks het nodige initiatief daartoe, niet door de verdediging ondervraagde getuige, is van belang in hoeverre die verklaring steun vindt in andere bewijsmiddelen. Het benodigde steunbewijs moet betrekking hebben op die onderdelen van de hem belastende verklaring die de verdachte betwist. Of dat steunbewijs aanwezig is, wordt mede bepaald door het gewicht van de verklaring van deze getuige in het licht van de bewijsvoering als geheel.
3.3.
Het Hof heeft vastgesteld dat [medeverdachte 2] zowel tijdens de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep is gehoord als getuige in de zaak van de verdachte en dat hij zich bij die gelegenheden heeft beroepen op zijn verschoningsrecht.
3.4.
In de situatie dat de getuige zich van het geven van een getuigenis of van het beantwoorden van bepaalde vragen verschoont en de getuige dientengevolge weigert antwoord te geven op de vragen die de verdediging hem stelt of doet stellen, ontbreekt een behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging (vgl. HR 29 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX5539, NJ 2013/145).
3.5.
Het Hof heeft in de hiervoor onder 2.2.3 weergegeven overwegingen evenwel als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat de verklaringen van [medeverdachte 2] bruikbaar zijn voor het bewijs, nu de betrokkenheid van de verdachte niet in beslissende mate op die verklaringen is gebaseerd maar in voldoende mate steun vindt in andere bewijsmiddelen en dit steunbewijs betrekking heeft op die onderdelen van de verklaringen van [medeverdachte 2] die door de verdachte zijn betwist. In het licht van de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen
- in het bijzonder gelet op de match tussen het DNA van de verdachte en het DNA-materiaal op het flesje dat is aangetroffen in het linkervoorportier van de door de schutter(s) gebruikte Volkswagen Golf (de in 2.2.2 weergegeven bewijsmiddelen 9, 10 en 11), alsmede de bevindingen betreffende de op de bijrijderstoel van de genoemde auto aangetroffen SIM-kaart (de in 2.2.1 weergegeven bewijsmiddelen 5, 6, 9 en 10) - geeft dat oordeel niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het niet onbegrijpelijk. De klacht is tevergeefs voorgesteld.

4.Beoordeling van de middelen voor het overige

De middelen kunnen ook voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

5.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 juli 2017.