Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 juni 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal van een kluis uit een hotelkamer. De Hoge Raad heeft op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 16/01496. De verdachte heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat door zijn advocaat M.G. van Wijk is ingediend. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelt dat het middel geen nadere motivering behoeft, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Gerechtshof bevestigt en het beroep verwerpt.
De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, en is openbaar uitgesproken. De zaak betreft belangrijke juridische overwegingen met betrekking tot medeplegen en de bewijsvoering in strafzaken.