ECLI:NL:HR:2017:109

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 januari 2017
Publicatiedatum
27 januari 2017
Zaaknummer
16/00931
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over partneralimentatie en wijziging van omstandigheden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende partneralimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had een verzoek ingediend om verlenging van de alimentatietermijn op basis van een niet-uitgekomen toekomstverwachting, die zij als een 'ingrijpende wijziging van omstandigheden' beschouwde in de zin van artikel 1:401 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De man, verweerder in cassatie, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof Den Haag, die eerder op 18 november 2015 was gegeven, bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel was gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak werd gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak en C.E. du Perron, met G. de Groot die de uitspraak openbaar heeft uitgesproken.

Uitspraak

27 januari 2017
Eerste Kamer
16/00931
TT/JS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. van Weerden,
t e g e n
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak C/09/470037/FA RK 14-5543 van de rechtbank Den Haag van 6 februari 2015;
b. de beschikking in de zaak 200.167.801/01 van het gerechtshof Den Haag van 18 november 2015.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
27 januari 2017.