ECLI:NL:HR:2017:1086

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juni 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
15/04767
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Profijtontneming en medeplegen van bedrijfsmatige hennepteelt met betrekking tot pondspondsgewijze verdeling van winst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, specifiek in het kader van bedrijfsmatige hennepteelt. De betrokkene, geboren in 1965, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof van 5 oktober 2015. De advocaat van de betrokkene, J.J.J. van Rijsbergen, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn opgenomen in de aan het arrest gehechte schriftuur.

De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het hof in strijd met artikel 359, tweede lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering heeft verzuimd om de redenen op te geven waarom het is afgeweken van het door de verdediging naar voren gebrachte standpunt. Dit standpunt betrof de pondspondsgewijze verdeling van de winst uit de hennepkwekerij tussen de betrokkene en een medeverdachte, aangeduid als [A].

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel terecht is voorgesteld en heeft de bestreden uitspraak vernietigd. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling op het bestaande hoger beroep. Deze uitspraak benadrukt het belang van een gemotiveerde weerlegging van door de verdediging ingebrachte standpunten in strafzaken.

Uitspraak

13 juni 2017
Strafkamer
nr. S 15/04767 P
CeH/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 5 oktober 2015, nummer 20/004121-09, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het tweede middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof in strijd met art. 359, tweede lid tweede volzin, Sv heeft verzuimd in het bijzonder de redenen op te geven waarom het is afgeweken van het door de verdediging naar voren gebracht uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat de betrokkene de winst uit de hennepkwekerij pondspondsgewijs heeft gedeeld met [A].
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 11 en 12 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 juni 2017.