Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
13 juni 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 29 januari 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1970, heeft geprobeerd om na een politieachtervolging en een frontale botsing met een geparkeerde auto, achteruit te rijden tegen het openstaande portier van een stilstaande politieauto. De vraag die in deze zaak centraal staat, is of er sprake is van voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De Hoge Raad heeft op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 16/01938. De advocaat van de verdachte, G.W.L.A.M. Koppen, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het geen nadere motivering behoeft volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de uitspraak van het Gerechtshof.