ECLI:NL:HR:2016:877

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 mei 2016
Publicatiedatum
18 mei 2016
Zaaknummer
15/05740
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering aan Turkije in verband met georganiseerde drugshandel en criminele organisatie

In deze zaak gaat het om een verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Republiek Turkije, die wordt verdacht van het in georganiseerd verband handelen in verdovende middelen en het leiden van een criminele organisatie. De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 1 december 2015 een negatief advies gegeven inzake de uitlevering, omdat er in Nederland een sepot is uitgesproken voor de feiten waarvoor uitlevering wordt verzocht. De Hoge Raad heeft op 17 mei 2016 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak behandeld.

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon, die werd bijgestaan door advocaat S. Schuurman. In de schriftelijke middelen van cassatie die zijn ingediend, zijn argumenten naar voren gebracht tegen de beslissing van de Rechtbank. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening was dat de Hoge Raad de uitspraak van de Rechtbank moest bevestigen.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de ingediende middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de Rechtbank Midden-Nederland in stand blijft.

Uitspraak

17 mei 2016
Strafkamer
nr. S 15/05740 U
SLU
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 1 december 2015, nummer 16/7000150-15, op een verzoek van de Republiek Turkije tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft S. Schuurman, advocaat te Breukelen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 mei 2016.