ECLI:NL:HR:2016:850

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 mei 2016
Publicatiedatum
13 mei 2016
Zaaknummer
15/01623
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over partneralimentatie en draagkracht bij fluctuaties in onderneming

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende partneralimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de alimentatieverplichting werd vastgesteld. De man was van mening dat zijn draagkracht niet correct was beoordeeld, gezien de sterk fluctuerende winsten van zijn onderneming. De vrouw, verweerder in cassatie, verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot adviseerde eveneens tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de man niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee de beschikking van het hof. Deze uitspraak heeft implicaties voor de beoordeling van draagkracht in gevallen waar de inkomsten fluctueren, en benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de financiële situatie van de betrokken partijen.

Uitspraak

13 mei 2016
Eerste Kamer
15/01623
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de man]
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.I. van Dorsser.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak C/03/178443/FA RK 13-316 van de rechtbank Limburg van 27 november 2013;
b. de beschikking in de zaken F 200.142.118/01 en F 200.142.634/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 8 januari 2015.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de man heeft bij brief van 18 maart 2016 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
13 mei 2016.