ECLI:NL:HR:2016:847

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 mei 2016
Publicatiedatum
12 mei 2016
Zaaknummer
16/01855
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2016 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het beroep in cassatie was gericht tegen een eerdere uitspraak van de accountantskamer van 15 april 2014, en de Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Volgens artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie kan de Hoge Raad alleen kennisnemen van cassatieberoepen tegen uitspraken van de bestuursrechter indien dit bij wet is bepaald. In deze zaak was er geen wettelijke bepaling die het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven mogelijk maakte. Daarom heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder de Hoge Raad cassatieberoepen kan behandelen, en bevestigt dat zonder een wettelijke basis, een beroep in cassatie niet kan worden ingewilligd.

Uitspraak

13 mei 2016
Nr. 16/01855
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van het
College van Beroep voor het bedrijfslevenvan 17 december 2015, nr. 14/309, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen de uitspraak van de accountantskamer van 15 april 2014.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven als de onderhavige. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2016.