Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
29 april 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen TMG Landelijke Media B.V. De zaak betreft een onrechtmatige daad in de context van een kort geding, waarin [eiser] vorderde tot rectificatie van een publicatie in de Telegraaf en een voorschot op schadevergoeding. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de voorzieningenrechter te Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van [eiser] niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de zijde van TMG zijn begroot op een totaal van € 4.852,34, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak aan deze kosten is voldaan. De uitspraak is gedaan door vice-president F.B. Bakels en vier andere raadsheren, en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.