Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
26 april 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, van 17 juni 2015, met nummer RK 15/240. De klager, geboren in 1982, had een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De advocaat van de klager, R.P. Snorn, heeft een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.
De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank beoordeeld en vastgesteld dat het middel terecht is voorgesteld. De Rechtbank had de beschikking, waarbij het klaagschrift van de klager ongegrond was verklaard, ontoereikend gemotiveerd en een onjuiste maatstaf toegepast. De Hoge Raad heeft daarom besloten dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven.
De beslissing van de Hoge Raad is als volgt: de bestreden beschikking wordt vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, zodat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Deze beschikking is gegeven op 26 april 2016.