Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
26 april 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat J.S. Nan. De zaak betrof een verzuim in het proces, namelijk het ontbreken van een pleitnota die door de raadsman was overgelegd tijdens de terechtzitting in hoger beroep op 9 september 2014. Dit verzuim was zo ernstig dat het in strijd was met een behoorlijke procesorde. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het niet mogelijk was om na te gaan of er ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd of dat er andere standpunten naar voren zijn gebracht dan die in de bestreden uitspraak zijn genoemd. Dit leidde tot de conclusie dat het onderzoek nietig was en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De Hoge Raad heeft daarom de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan.