Uitspraak
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
Het appartementsrecht betrekking hebbende op het appartement [a-straat 2] (de benedenverdieping) behoort toe aan [verweerder]. Het appartementsrecht betrekking hebbende op het appartement [a-straat 1] (de bovenverdieping) behoort toe aan [eiser] c.s.
Daar leidt [eiser] uit af dat de verzekeringsgelden aan de gezamenlijke eigenaren toebehoren en een gemeenschap vormen in de zin van de eerste afdeling van titel 7 van boek 3 BW. Deze gemeenschap wordt, aldus [eiser], door artikel 3:189 lid 1 BW niet aan de werking van deze titel onttrokken zoals de gemeenschap van het in appartementsrechten gesplitste gebouw zelf. [eiser] ziet de door hem ingestelde vordering als een verdelingsvordering ex artikel 3:178 lid 1 BW j° artikel 3:185 BW, die dan ook terecht tegen [verweerder] als enige andere deelgenoot is ingesteld en niet tegen de VvE die in de gemeenschap niet gerechtigd is.
4.Beslissing
22 april 2016.