Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1.
Een proces-verbaal van aangifte van [betrokkene], voor zover dit inhoudt als de ten overstaan van verbalisant [verbalisant 1] afgelegde verklaring van [betrokkene] en als relaas van eigen waarneming en bevindingen van voornoemde verbalisant:
Aangifte
Ik ben eigenaar van de woning aan de [a-straat 1] te Helmond. Het betreft een bovenwoning met aan balkonzijde een plat dak van waar is gepoogd in te breken.
Op 11 januari 2014 bevond de bewoner zich boven in de woning, in haar slaapkamer. De woning was deugdelijk afgesloten. Het was mogelijk naar binnen te kijken. Er lagen waardevolle goederen zichtbaar in de woning.
Op 11 januari 2014 om 5.08 uur hoorde aangeefster een klap. Aangeefster is gaan kijken in haar woning (het hof begrijpt: in haar woonkamer) en zag dat het raam van de schuifpui kapot was en dat er op het balkon een losliggende steen lag.
Modus-operandi gegevens
De woning betreft een bovenwoning met een entree op de begane grond aan de voorzijde van het pand. Vanaf de [a-straat] gezien, is aan de rechterzijde van het pand een lager gelegen plat dak. Via dit plat dak is naar de woonkamer van de woning te komen. Op het plat dak zijn door verbalisanten voetsporen (het hof begrijpt: schoensporen) aangetroffen. Vanaf het plat dak is er direct toegang naar het balkon.
Vanuit de woning is het balkon te bereiken door middel van een schuifpui, die voor het grootste deel uit glas bestaat. Het glas in die schuifpui is ter hoogte van de hendel waar normaliter de schuifpui mee wordt geopend, ingeslagen of ingegooid met een steen.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voor zover dit inhoudt als relaas van eigen waarneming en bevindingen van de verbalisanten dan wel één van hen:
Op 11 januari 2014 om 5.10 uur kregen wij van de meldkamer het verzoek om te gaan naar de [a-straat], alwaar een melding was gemaakt van glasgerinkel.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], ben ter hoogte van nummer 138 uit het dienstvoertuig gestapt om te kijken of er ergens een ruit was vernield. Ter hoogte van nummer 160 hoorde ik, verbalisant [verbalisant 2], een vrouw roepen: "Hierboven, bent u van de politie?". Ik hoorde haar zeggen dat dat er zojuist een ruit op haar balkon op de eerste verdieping was ingegooid.
Ik, verbalisant [verbalisant 3], reed met het dienstvoertuig verder nadat verbalisant [verbalisant 2] uit het dienstvoertuig was gestapt. Ik reed over de [a-straat] en zag op een gegeven moment een persoon. Dit was op een geschatte afstand van 40 meter van de woning aan de [a-straat 1]. Ik heb het dienstvoertuig een stukje verderop geparkeerd en de persoon aangesproken. Ik, verbalisant, zag dat hij de enige persoon op straat was. Ik verbalisant hoorde hem zijn personalia opgeven.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], ben samen met de vrouw naar de eerste verdieping van de woning gelopen. Ik zag dat de ruit van de schuifpui vernield was aan de achterzijde van de woonkamer. Ik zag dat er een kapotte stoeptegel voor de schuifpui op het balkon lag. Ik zag dat dit eenzelfde stoeptegel betrof als waarmee het balkon bekleed was. Ik zag dat rechts van de schuifpui een aantal stoeptegels verwijderd waren. Ik zag dat er hondenpoep op het balkon lag en zag dat er een schoenafdruk in stond. Ik vroeg de vrouw of ze wist of er iemand in had gestaan. Ik hoorde de vrouw zeggen dat de poep van haar hond was en dat niemand anders op het balkon was geweest. Ik heb vervolgens op het platte dak gekeken en zag dat er een schoenafdruk op het platte dak stond. Ik heb het profiel van de afdruk bekeken. Ik hoorde dat verbalisant [verbalisant 3] de persoon nog bij zich had staan. Ik ben naar collega [verbalisant 3] gelopen en heb het profiel van de schoenen van de man bekeken. Ik zag dat het profiel van de schoenen overeen kwam (het hof begrijpt: met het profiel van de schoenafdruk op het platte dak en/of op het balkon). Tevens hoorde ik de man zeggen dat ik moest oppassen met zijn schoenen, omdat hij net in de hondenpoep had gestaan. Vervolgens hebben wij de man als verdachte aangehouden.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], heb ter plaatse de schoenen van verdachte in beslag genomen en ben met de schoenen terug gegaan naar de afdruk van het platte dak. Ik heb de schoenen naast de afdruk gelegd en er een aantal foto's van gemaakt.
3.
Een proces-verbaal van aanhouding van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] voor zover dit inhoudt als relaas van eigen waarneming en bevindingen van de verbalisanten dan wel één van hen:
Op 11 januari 2014 omstreeks 5.20 uur hielden wij op de locatie [a-straat] te Helmond als verdachte aan: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats].
4.
De waarnemingen van het hof ter terechtzitting met betrekking tot de foto's gemaakt door verbalisant [verbalisant 2] van de schoenzool van verdachte en een afdruk van een schoenspoor in hondenpoep en van de schoenzool van verdachte en een afdruk van een schoenspoor op het platte dak, voor zover inhoudende:
Op de foto op pagina 41 is afgebeeld een schoenzool van verdachte en een afdruk van een schoenspoor in de hondenpoep. Het profiel van de schoenzool is volgens waarneming van de leden van het hof soortgelijk aan het profiel van de afdruk in de hondenpoep.
Op de foto op pagina 42 is afgebeeld een schoenzool van verdachte en een afdruk van een schoenspoor op het platte dak. Het profiel van de schoenzool bevat een rechthoekig merkteken in het midden van de zool. Het profiel van de schoenafdruk op het platte dak vertoont volgens waarneming van de leden van het hof een sterke gelijkenis met het profiel van de schoenzool van verdachte en bevat eveneens een overeenkomende rechthoek in het midden."