ECLI:NL:HR:2016:678

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 april 2016
Publicatiedatum
19 april 2016
Zaaknummer
15/01748
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over opzetheling van een personenauto verkregen door misdrijf

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor opzetheling van een personenauto, een Audi RS6, die door misdrijf was verkregen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld dat de verdachte op het moment van het voorhanden krijgen van de auto wist dat deze van misdrijf afkomstig was. Dit oordeel is gebaseerd op verschillende feiten en omstandigheden, waaronder het feit dat de verdachte met hoge snelheid wegreed toen de politie naderde, de aanwezigheid van een jammer in de auto die radiosignalen verstoorde, en de beschadigingen aan de auto. De verdachte heeft geen verklaring gegeven voor deze omstandigheden, wat het hof heeft doen concluderen dat hij op de hoogte was van de herkomst van de auto.

De Hoge Raad verwerpt het beroep van de verdachte en bevestigt de uitspraak van het hof. De zaak is van belang voor de uitleg van opzetheling en de bewijsvoering die vereist is om te concluderen dat een verdachte wist dat hij een gestolen goed voorhanden had. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verdachten om verklaringen te geven over de herkomst van goederen die zij in bezit hebben, vooral als deze goederen van aanzienlijke waarde zijn en er verdachte omstandigheden zijn die wijzen op een criminele herkomst.

Uitspraak

19 april 2016
Strafkamer
nr. S 15/01748
MD/AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 1 april 2015, nummer 21/003861-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Berndsen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring van feit 2.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij op 27 november 2012 te Rotterdam en/of Haaften, gemeente Neerijnen, voorhanden heeft gehad een personenauto, merk Audi, type RS6 (gekentekend [AA-00-BB] ), terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde auto wist dat deze door diefstal, in elk geval door enig misdrijf was verkregen."
2.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"Het hof overweegt - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Op 21 november 2012 is uit de woning aan de [a-straat 1] te Zeist een autosleutel en bij diezelfde woning een Audi RS6 met kenteken [AA-00-BB] weggenomen. Verdachte reed op 27 november 2012 in de Audi RS6 met kenteken [AA-00-BB] . In Haaften zijn verdachte en medeverdachte uit de Audi gestapt.
(...) verdachte en medeverdachte [zijn] met zeer hoge snelheid in de Audi weggereden toen de politie hen in een opvallend surveillancevoertuig naderde. Voorts is er in de middenconsole een vuurwapen en in het binnenvak van het voorportier aan de linkerzijde van de Audi een zaklamp met daarop een afgeleid DNA-hoofdprofiel van verdachte aangetroffen. Tevens is in de Audi, op de vloer achter de rugleuning van de bestuurdersstoel, een jammer aangetroffen. Een jammer zorgt ervoor dat alle radiosignalen in een bepaalde straal rondom het apparaat verstoord worden, zoals mobiele telefoons, GPS-signalen, elektronische autosloten en anti-autodiefstalsystemen waardoor het niet meer mogelijk is om te bellen of gebeld te worden en waardoor ook anti-autodiefstalsystemen, elektrische autosloten en GPS-signalen niet meer functioneren. In het proces-verbaal van bevindingen is door de verbalisanten opgenomen dat onder meer het dashboard en dashboardkastje in de auto beschadigd zijn, evenals het open dak.
Het hof neemt voorts in aanmerking dat voornoemde feiten en omstandigheden, tezamen met het gegeven dat het in dit geval om een (zeer) dure auto gaat, schreeuwen om een verklaring en dat verdachte niet heeft verklaard hoe hij aan de gestolen Audi gekomen is.
Zoals hiervoor reeds is overwogen, gaat het hof ervan uit dat verdachte op de bestuurdersstoel van de Audi heeft gezeten. Hetgeen door het hof hieromtrent is overwogen, dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, kan het niet anders dan dat verdachte op het moment van het voorhanden krijgen van de auto wist dat de Audi van misdrijf afkomstig was en als bestuurder van deze auto heeft verdachte de Audi ook voorhanden gehad op 27 november 2012."
2.3.
Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte (als bestuurder van de Audi) en zijn medeverdachte met zeer hoge snelheid wegreden toen de politie hen in een opvallend surveillancevoertuig naderde, dat op de vloer achter de rugleuning van de bestuurdersstoel een "jammer" is aangetroffen en dat een "jammer" ervoor zorgt dat alle radiosignalen in een bepaalde straal rondom het apparaat verstoord worden waardoor ook anti-autodiefstalsystemen niet meer functioneren. Voorts heeft het Hof vastgesteld dat het dashboard, het dashboardkastje en het open dak van de auto beschadigd waren. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat de verdachte geen enkele verklaring voor een en ander heeft gegeven, is het oordeel van het Hof dat het niet anders kan dan dat de verdachte op het moment van het voorhanden krijgen van de auto "wist" dat de Audi van misdrijf afkomstig was, niet onbegrijpelijk.
2.4.
Het middel faalt.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 april 2016.