ECLI:NL:HR:2016:630

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 april 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
15/02272
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeerde vaststelling van beslaggrondslag door de Rechtbank in cassatie

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Officier van Justitie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 16 maart 2015. De Rechtbank had in deze beschikking geoordeeld dat er sprake was van een conservatoir beslag op basis van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank ten onrechte heeft volstaan met de enkele vaststelling dat het beslag is gelegd op basis van artikel 94a Sv. De Hoge Raad benadrukt dat de Rechtbank nader onderzoek had moeten doen naar de juridische grondslag van het beslag en haar oordeel dienaangaande beter had moeten motiveren.

De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot een beslissing over verwijzing of terugwijzing. De Hoge Raad volgt deze conclusie en vernietigt de beschikking van de Rechtbank. De zaak wordt terugverwezen naar de Rechtbank Oost-Brabant, zodat deze de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw kan behandelen en afdoen. Deze uitspraak is gedaan op 12 april 2016 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

De uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het belang van een zorgvuldige motivering en het uitvoeren van een gedegen onderzoek naar de juridische grondslagen van beslissingen in beslagzaken. Dit is cruciaal voor de rechtsbescherming van betrokkenen in strafrechtelijke procedures.

Uitspraak

12 april 2016
Strafkamer
nr. S 15/02272 B
CB
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingslaats 's-Hertogenbosch, van 16 maart 2015, nummer RK 15/418, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1930.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot verwijzen of terugwijzen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2 Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel komt met rechts- en motiveringsklachten op tegen de gegrondverklaring van het beklag. Daartoe wordt aangevoerd dat de Rechtbank ten onrechte heeft vastgesteld dat sprake is van een conservatoir beslag als bedoeld in art. 94a Sv.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.5.1 tot en met 4.5.5 is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 april 2016.