ECLI:NL:HR:2016:628

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 april 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
15/01316
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van beschikking inzake beslag ex art. 94a Sv met verwijzing naar de Rechtbank Noord-Nederland

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 april 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 19 februari 2015. De zaak betreft een beklag over een beslag op een banktegoed, ingesteld door klagers, vertegenwoordigd door advocaat R.P. Snorn. De Rechtbank had vastgesteld dat er beslag rustte op het banktegoed op basis van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en had geoordeeld dat de klagers, gezien het civielrechtelijk beslag, geen materieel belang hadden bij de opheffing van het strafrechtelijk beslag. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld concludeerde tot vernietiging van de beschikking van de Rechtbank en tot een beslissing die de Hoge Raad passend achtte met betrekking tot verwijzen of terugwijzen.

De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Rechtbank Noord-Nederland, zodat de bestaande klaagschriften opnieuw behandeld en afgedaan kunnen worden. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank had miskend dat, indien het beklag gegrond wordt verklaard, zij de daarmee overeenkomende last moet geven en niet enkel mag volstaan met de opheffing van het beslag. Dit oordeel is in lijn met artikel 552a, lid 7, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat aan de last tot teruggave niet in de weg staat dat aan die last niet kan worden voldaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de belangen van de klagers in het kader van beslaglegging.

Uitspraak

12 april 2016
Strafkamer
nr. S 15/01316 B
AJ/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 19 februari 2015, nummer
RK 14/53, op de klaagschriften als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966 en
[klaagster 2], gevestigd te [plaats] .

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klagers. Namens deze heeft R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot verwijzen of terugwijzen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2 Beoordeling van de middelen
2.1.
De middelen keren zich tegen de ongegrondverklaring van de klaagschriften.
2.2.
Op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.4 tot en met 3.7 zijn de middelen terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, opdat de zaak op de bestaande klaagschriften opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 april 2016.