ECLI:NL:HR:2016:541

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 april 2016
Publicatiedatum
1 april 2016
Zaaknummer
15/00295
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugvordering lening na beëindiging samenwerking en uitleg van afspraken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 april 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiseres] tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Het hof had eerder op 14 oktober 2014 een arrest gewezen in een geschil over de terugvordering van een lening na het einde van een samenwerking. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van [eiseres] niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op nihil. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

1 april 2016
Eerste Kamer
15/00295
EE/RB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J. den Hoed,
t e g e n
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] .

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/15/204618/KG ZA 13-324 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland van 30 augustus 2013;
b. het arrest in de zaak 200.138.058/01 KG van het gerechtshof Amsterdam van 14 oktober 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 24 december 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
1 april 2016.