ECLI:NL:HR:2016:5

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 januari 2016
Publicatiedatum
5 januari 2016
Zaaknummer
15/03035
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake niet-ontvankelijkheid Officier van Justitie

Op 5 januari 2016 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 16 april 2015. Het betreft een economische zaak waarin de verdachte, geboren in 1953, in cassatie ging tegen de beslissing van het Hof om de Officier van Justitie niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot het nemen van beslissingen op basis van artikel 440 van het Wetboek van Strafvordering.

De Hoge Raad heeft het middel van cassatie dat door de Advocaat-Generaal was voorgesteld, gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof de Officier van Justitie ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, niet-ontvankelijk had verklaard. Dit oordeel is gebaseerd op de gronden die zijn vermeld in een eerder uitgesproken arrest (ECLI:NL:HR:2016:1).

De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Deze beslissing is genomen in het openbaar, waarbij de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

5 januari 2016
Strafkamer
nr. S 15/03035 E
IF/ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, Economische Kamer, van 16 april 2015, nummer 21/003703-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte 4], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissingen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof de Officier van Justitie ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd niet-ontvankelijk heeft verklaard in het ingestelde hoger beroep.
2.2.
Op de gronden die zijn vermeld in het heden uitgesproken arrest in de zaak 15/02248 E, ECLI:NL:HR:2016:1, is het middel terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, Economische Kamer, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 januari 2016.