Uitspraak
Turbu.com Mobile Phone’s B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te ’s-Hertogenboschvan 25 februari 2011, nrs. 07/00410 en 07/00414.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met nummer 11/01624. De zaak betreft een geschil over het recht op aftrek van omzetbelasting in het kader van mogelijke betrokkenheid bij btw-fraude. De belanghebbende, Turbu.com Mobile Phone’s B.V., had een beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 25 februari 2011 was gewezen. De Hoge Raad had eerder in een arrest van 8 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BW5410, een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie gesteld, die betrekking had op de rechtmatigheid van de aftrek van omzetbelasting in situaties van btw-fraude.
Het Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 18 december 2014, Schoenimport “Italmoda” Mariano Previti v.o.f e.a., de vraag niet-ontvankelijk verklaard. Na deze uitspraak hebben zowel de belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën schriftelijk gereageerd. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven, en dat er een verwijzing moet volgen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook overwogen dat indien het verwijzingshof vaststelt dat de belanghebbende wist of had moeten weten dat zij deelnam aan btw-fraude, het recht op aftrek kan worden geweigerd. Echter, in het geval van intracommunautaire leveringen kan de toepassing van het nultarief niet op die grond worden geweigerd. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 6324 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.