ECLI:NL:HR:2016:414

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 maart 2016
Publicatiedatum
15 maart 2016
Zaaknummer
15/01819
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen veroordeling voor doodslag en poging doodslag met betrekking tot noodweer(exces) en schadevergoeding

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte is veroordeeld voor twee keer doodslag en één poging tot doodslag. De zaak betreft de vraag of de verdachte zich op (putatief) noodweer(exces) kan beroepen. Daarnaast is er een geschil over de gevorderde schadevergoeding door de benadeelde partij, die voortvloeit uit de dood van de echtgenoot van de verdachte. De Hoge Raad heeft op 15 maart 2016 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie is verworpen. De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit middel niet kan leiden tot cassatie. Dit geldt ook voor het middel dat is voorgesteld door de advocaat van de benadeelde partij, mr. D.N. de Jonge. De Hoge Raad concludeert dat de voorgestelde middelen geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

15 maart 2016
Strafkamer
nr. S 15/01819
JH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 7 april 2015, nummer 23/003355-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft mr. D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het namens de verdachte voorgestelde middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het namens de benadeelde partij voorgestelde middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 maart 2016.