ECLI:NL:HR:2016:395

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 maart 2016
Publicatiedatum
10 maart 2016
Zaaknummer
15/00002
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van rendement uit piramidespel door curatoren in faillissement

In deze zaak gaat het om een vordering van curatoren tot terugbetaling van door de gefailleerde uitgekeerd rendement uit een piramidespel, ook wel Ponzi-zwendel genoemd. De Hoge Raad heeft op 11 maart 2016 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 september 2014. De curatoren, Antonie van Hees en Catharina Maria Harmsen, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat hen in het ongelijk had gesteld. De curatoren stelden dat de uitkering van rendement door de gefailleerde onverschuldigd was, dan wel dat er sprake was van ongerechtvaardigde verrijking. De Hoge Raad heeft de klachten van de curatoren echter verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).

Uitspraak

11 maart 2016
Eerste Kamer
15/00002
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. Antonie VAN HEES,
kantoorhoudende te Amsterdam,
2. Catharina Maria HARMSEN,
kantoorhoudende te Amsterdam,
in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van [betrokkene] ,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. W.H. van Hemel,
t e g e n
[verweerder] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. T.T. van Zanten.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als curatoren en [verweerder] .

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 388674/HA ZA 08-206 van de rechtbank Amsterdam van 23 april 2008 en 17 december 2008;
b. het arrest in de zaak 200.028.769/02 van het gerechtshof Amsterdam van 16 september 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben curatoren beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerder] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van curatoren heeft bij brief van 5 februari 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt curatoren in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.991,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
11 maart 2016.