Uitspraak
kantoorhoudende te Amsterdam,
kantoorhoudende te Amsterdam,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
11 maart 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een vordering van curatoren tot terugbetaling van door de gefailleerde uitgekeerd rendement uit een piramidespel, ook wel Ponzi-zwendel genoemd. De Hoge Raad heeft op 11 maart 2016 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 september 2014. De curatoren, Antonie van Hees en Catharina Maria Harmsen, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat hen in het ongelijk had gesteld. De curatoren stelden dat de uitkering van rendement door de gefailleerde onverschuldigd was, dan wel dat er sprake was van ongerechtvaardigde verrijking. De Hoge Raad heeft de klachten van de curatoren echter verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).