SCHRIFTUUR VAN CASSATIEin de strafzaak tegen [verdachte], geboren [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] - hierna requirant - tegen een hem betreffend arrest van het gerechtshof Den Bosch van 16 december 2015. Requirant wordt in deze procedure bijgestaan door zijn advocaat mr. J.Y. Taekema, kantoorhoudende aan de Prins Mauritslaan 94, 2582 LW te Den Haag, aan welk adres requirant voor deze procedure woonplaats kiest.
Inleiding:
Requirant persisteert bij zijn standpunt dat hij wel gepind heeft op verzoek van de pashouder, en derhalve hij niets heeft weggenomen ter wederrechtelijke toe-eigening. Indien dat juist is behoort hij niet te worden veroordeeld voor hetgeen hem ten laste werd gelegd.
Middel I
Het recht is geschonden en/of er zijn vormen verzuimd waarvan niet naleving nietigheid met zich brengt. In het bijzonder werden de artt. 6 EVRM en de artt. 338, 350, 359, tweede en derde lid Sv jo. 415 Sv geschonden, althans is het arrest niet naar de eisen der wet gemotiveerd, waardoor het niet - althans niet zonder meer - begrijpelijk is. Het bewijs is onvoldoende redengevend voor de bewezenverklaring van "met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen" en/ of het gevoerde verweer werd niet op goede gronden verworpen. Requirant heeft bij monde van zijn raadsman in hoger beroep onder meer - kort samengevat - aangevoerd dat hij met toestemming en op uitdrukkelijk verzoek van [betrokkene] geld heeft gepind. Uit bewijsmiddel 1. volgt onder meer dat aangever € 490,-- heeft gepind en dit geld uit de automaat heeft gepakt en meteen aan [verdachte] heeft gegeven. [verdachte] heeft het geld aangepakt. [verdachte] gaf hem € 120,- terug. Ook op andere dagen zou zijn gepind. Het hof leunt bij de verwerping van het verweer zwaar op dit bewijsmiddel 1. Echter redengevend voor de bewezenverklaarde diefstal kan deze verklaring van aangever niet zijn, nu in die situatie geen sprake is van wegnemen, maar overhandigen of afgifte van het bedrag. De bewezenverklaring en de verwerping van het verweer zijn niet - althans niet zonder meer - begrijpelijk.
Toelichting:
Sinds lang bestaat een belangrijk verschil tussen de bestanddelen wegnemen en afgifte. De situatie als beschreven in bewijsmiddel 1. biedt steun aan de aannemelijkheid van een afspraak tussen aangever en requirant over het pinnen van een geldbedrag. De inhoud van bewijsmiddel 1. maakt de tenlastegelegde diefstal niet zonder meer bewezen. De verklaring van aangever roept vragen op in het licht van hetgeen requirant heeft aangevoerd. De verwerping van het verweer is hierdoor niet zonder meer begrijpelijk. Requirant zou volgens het hof hebben verklaard dat hij alle vier de keren alleen is wezen pinnen met de pas van [betrokkene]. Dat zou steun bieden aan de verklaring van [betrokkene]. Echter uit bewijsmiddel 7. volgt dat requirant heeft verklaard over één overboeking van de spaarrekening naar de betaalrekening en drie opnamen. De volgorde en de hoogte van de bedragen van die opnamen kloppen met de weergave in bewijsmiddel 2. De opname van het bedrag van € 490,00 valt buiten de verklaring van requirant. Die opname door [betrokkene] zelf en de overboeking vanaf zijn spaarrekening van 6 november 2012 vallen echter wel binnen de bewezenverklaring van het hof. Het arrest is daardoor niet - althans niet zonder meer - begrijpelijk gemotiveerd en de verwerping van het verweer evenmin.
Het arrest kan niet in stand blijven.
Redenen waarom requirant Uw Raad verzoekt het arrest te vernietigen en strafzaak te verwijzen naar een ander hof om aldaar opnieuw te worden berecht en afgedaan.