Uitspraak
alle gevestigd te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten,
wonende te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch,
1.Het geding
2.Het verdere verloop van het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
19 februari 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 februari 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een incidenteel verzoek tot zekerheidstelling voor proceskosten in hoger beroep. De verzoeksters, Sypesteyn Holding B.V., SCPD Holding B.V. en Crescendo Investment Group III B.V., gevestigd in Dubai, hebben cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2015 en 7 juli 2015. De curator, Pieter Rudolf Dekker, had in het faillissement van Rondenborch Residential B.V. verzocht om zekerheidstelling voor de proceskosten, omdat Sypesteyn een vestigingsadres in Dubai had en geen partij was bij het Haags Rechtsvorderingsverdrag 1954.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte Sypesteyn had bevolen om zekerheid te stellen, aangezien Sypesteyn statutair gevestigd is in Amsterdam en daarmee woonplaats heeft in Nederland. Dit betekent dat er geen grond was voor het hof om Sypesteyn niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep. De Hoge Raad vernietigde de arresten van het hof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. Tevens werd de curator veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de vestigingsplaats van rechtspersonen in het kader van proceskosten en de mogelijkheid tot verhaal in Nederland. De beslissing heeft implicaties voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op internationale rechtspersonen en hun verplichtingen in Nederland.