Uitspraak
gevestigd te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten,
wonende te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch,
1.Het geding
2.Het verdere verloop van het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
19 februari 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 februari 2016 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Sypesteyn Holding B.V. tegen de curator in het faillissement van Rodenborch Residential B.V. Het cassatieberoep was gericht tegen een tussenarrest en betrof de zekerheidstelling voor proceskosten in hoger beroep. De Hoge Raad verwijst naar zijn eerdere arrest van 6 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3239, waarin het incident tot zekerheidstelling werd behandeld. De curator heeft verzocht om het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel te verwerpen. De advocaat van Sypesteyn heeft de zaak toegelicht, maar de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was dat Sypesteyn niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in haar cassatieverzoek.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het middel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens artikel 81 lid 1 RO was er geen noodzaak voor nadere motivering, omdat de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Sypesteyn verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 390,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.