Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
20 december 2016.
Hoge Raad
Op 20 december 2016 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 15/04721. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaat C. Verrillo uit Denekamp. De zaak betrof een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 17 augustus 2015 had geoordeeld in een strafzaak tegen de verdachte, die in 1991 was geboren. De verdachte was veroordeeld voor mishandeling van zijn levensgezel. In de cassatieprocedure werden verschillende middelen van cassatie voorgesteld, die door de Advocaat-Generaal E.J. Hofstee werden beoordeeld. De Advocaat-Generaal concludeerde tot verwerping van het beroep, omdat de voorgestelde middelen niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.