Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 december 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 1 oktober 2015 is gewezen. De verdachte, geboren in 1976, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, dat hem in een strafzaak had veroordeeld. De advocaat van de verdachte, B.P.M. Canoy, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal, F.W. Bleichrodt, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 20 december 2016 het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.