ECLI:NL:HR:2016:2818

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2016
Publicatiedatum
8 december 2016
Zaaknummer
16/05427
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2016 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep betreft een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, dat door belanghebbende was ingediend. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke bepaling is die het mogelijk maakt om beroep in cassatie in te stellen tegen uitspraken van de administratieve rechter in deze specifieke situatie. Dit betekent dat de Hoge Raad niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep in cassatie. Daarom heeft de Hoge Raad het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, en is openbaar uitgesproken op 9 december 2016.

Uitspraak

9 december 2016
Nr. 16/05427
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Statevan 2 november 2016, nr. 201600960/1/A3, betreffende een door belanghebbende gedaan verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als de onderhavige. Het beroep in cassatie dient derhalve niet‑ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 december 2016.