In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2016 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep betreft een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, dat door belanghebbende was ingediend. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke bepaling is die het mogelijk maakt om beroep in cassatie in te stellen tegen uitspraken van de administratieve rechter in deze specifieke situatie. Dit betekent dat de Hoge Raad niet bevoegd is om kennis te nemen van het beroep in cassatie. Daarom heeft de Hoge Raad het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, en is openbaar uitgesproken op 9 december 2016.