ECLI:NL:HR:2016:2775

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 december 2016
Publicatiedatum
6 december 2016
Zaaknummer
16/00672
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnotities in hoger beroep

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2015. De verdachte, geboren in 1997, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De raadsman, W.H. Jebbink, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de zaak.

De kern van het geschil betreft het ontbreken van pleitnotities die door de raadsvrouwe tijdens de terechtzitting in hoger beroep zijn overgelegd. Het proces-verbaal van de zitting vermeldt dat de raadsvrouwe het woord tot verdediging heeft gevoerd aan de hand van deze pleitnotities, maar deze zijn niet bij de stukken van het geding aangetroffen. Na een verzoek van de raadsman is bij het Hof nadere informatie ingewonnen, waaruit blijkt dat de pleitnotities niet meer beschikbaar zijn.

Het ontbreken van deze pleitnotities is van zodanige aard dat het niet mogelijk is om na te gaan of er meer verweren zijn gevoerd of dat er onderbouwde standpunten zijn gepresenteerd. Dit verzuim is zo ernstig dat het strijdig is met een behoorlijke procesorde en leidt tot de nietigheid van het onderzoek en de daarop gebaseerde uitspraak. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel gegrond is en heeft de bestreden uitspraak vernietigd, met terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

6 december 2016
Strafkamer
nr. S 16/00672 J
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2015, nummer 23/001510-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 september 2015 en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien de door de raadsvrouwe bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnotities zich niet bij de stukken van het geding bevinden.
2.2.
Blijkens het proces-verbaal van voormelde terechtzitting heeft de raadsvrouwe van de verdachte het woord tot verdediging gevoerd. Het proces-verbaal houdt - voor zover voor de beoordeling van het middel van belang - het volgende in:
"De verdachte en de raadsvrouw voeren het woord tot verdediging. De raadsvrouw doet dit aan de hand van haar pleitnotities, die door haar aan het hof worden overgelegd en waarvan de inhoud als hier ingevoegd geldt."
2.3.
De in genoemd proces-verbaal vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken. Naar aanleiding van een door de raadsman op de voet van art. IV lid 3 van het Procesreglement Strafkamer Hoge Raad gedaan verzoek is bij het Hof nadere informatie ingewonnen. Op grond van die informatie moet worden aangenomen dat die pleitnotities niet meer beschikbaar zullen komen.
2.4.
Nu bedoelde pleitnotities ontbreken, valt niet na te gaan of ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan wel of aldaar uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht dan de in de bestreden uitspraak genoemde. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
2.5.
Het middel is gegrond.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 december 2016.