Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
Nederland Forensisch Instituut afkomstig bleek te zijn van aangever.
3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.Slotsom
5.Beslissing
6 december 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een poging tot doodslag waarbij de verdachte op 7 mei 2013 in Terneuzen met een mes in de buik van het slachtoffer heeft gestoken. Het slachtoffer droeg op dat moment een steekwerend vest. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte met kracht heeft gestoken, wat leidt tot de conclusie dat er voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer aanwezig was. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk is. De omstandigheid dat de verwonding niet levensbedreigend bleek te zijn, omdat het slachtoffer een steekwerend vest droeg, doet hier niet aan af. De Hoge Raad benadrukt dat het met kracht steken in de buikstreek, waar vitale organen zich bevinden, normaal gesproken een aanmerkelijke kans op de dood met zich meebrengt. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, maar heeft ambtshalve de opgelegde gevangenisstraf verminderd, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden. De gevangenisstraf is verminderd tot 35 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.