ECLI:NL:HR:2016:2719

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 november 2016
Publicatiedatum
29 november 2016
Zaaknummer
15/03556
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hogere gevangenisstraf opgelegd dan wettelijk toegestaan in Antilliaanse zaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 november 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden voor het skimmen van pinautomaten in Sint Maarten tussen 22 september 2014 en 25 september 2014. De Hoge Raad oordeelde dat deze strafoplegging in strijd was met de wettelijke bepalingen van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen, die een maximum gevangenisstraf van zes maanden voorschrijven voor het bewezenverklaarde feit. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de opgelegde gevangenisstraf, en stelde voor om de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden op te leggen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie voor herbehandeling. Het beroep werd voor het overige verworpen.

Uitspraak

29 november 2016
Strafkamer
nr. S 15/03556 A
SG/NA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 1 april 2015, nummer H-229/14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

1.Geding in cassatie

Het beroep - dat kennelijk niet is gericht tegen de vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van dertig maanden, tot oplegging aan de verdachte door de Hoge Raad van een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat het Hof een hogere gevangenisstraf heeft opgelegd dan wettelijk is toegestaan.
2.2.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard:
"dat hij in of omstreeks de periode van 22 september 2014 tot en met 25 september 2014 in Sint Maarten, meermalen een technisch hulpmiddel om gegevensverkeer af te tappen zoals bedoeld in artikel 145a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht op een bepaalde plaats, te weten de pinautomaat van de Windward Island Bank bij de Sint Rose Arcade aanwezig heeft doen zijn."
2.3.
De te dezen toepasselijke voorschriften luidden ten tijde van het bewezenverklaarde als volgt:
- art. 145b van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen:
"Hij die met het oogmerk dat daardoor gegevensverkeer als bedoeld in artikel 145a, eerste lid, wederrechtelijk wordt afgetapt, een technisch hulpmiddel op een bepaalde plaats aanwezig doet zijn, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste vijfentwintigduizend gulden."
- art. 59 van genoemd Wetboek:
"Bij samenloop van meerdere feiten die als op zich zelve staande handelingen moeten worden beschouwd en meerdere misdrijven opleveren waarop gelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld, wordt één straf uitgesproken.
Het maximum dezer straf is het vereenigd bedrag van de hoogste straffen op de feiten gesteld, doch niet hooger dan een derde boven het zwaarste maximum."
2.4.
Het Hof heeft de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden. Deze strafoplegging is in strijd met de zo-even weergegeven wettelijke bepalingen.
2.5.
Het middel is derhalve terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-presiden A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 november 2016.