In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de indeling van een alcoholhoudende drank, genaamd 'Petrikov Creamy Green', in de douanerechten. De zaak is een vervolg op eerdere uitspraken en betreft de toepassing van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) voor douanedoeleinden. De belanghebbende, Toorank Productions B.V., had in beroep de indeling van hun product betwist, dat was voorbereid met gefermenteerde alcohol en gedistilleerde alcohol, aangevuld met suiker, plantaardig vet en aroma's. De Hoge Raad heeft de prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie in aanmerking genomen, waarin werd vastgesteld dat de drank onder GN-post 2208 valt, en niet onder post 2206, omdat de toevoegingen de oorspronkelijke kenmerken van de gefermenteerde alcohol hebben veranderd.
De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof te Amsterdam terecht had geoordeeld dat de drank als likeur moest worden ingedeeld in postonderverdeling 2208 70 van de GN. Het Hof had vastgesteld dat de drank door de hoge suikerinhoud en de toevoegingen van gedistilleerde alcohol en aroma's de objectieve kenmerken van een likeur had verkregen. De Hoge Raad verwierp de klachten van de belanghebbende en concludeerde dat de indeling door het Hof juist was, en dat de drank niet meer de eigenschappen had van een product dat onder post 2206 zou vallen.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is van belang voor de toepassing van douanerechten op alcoholhoudende dranken en verduidelijkt de criteria voor indeling in de GN.