Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt het volgende in:
"Ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van verdachte merkt de voorzitter op dat het hof een brief heeft ontvangen waaruit blijkt dat verdachte op 18 augustus 2015 is veroordeeld door de rechtbank Den Bosch tot een voorwaardelijke ISD-maatregel met elektronisch toezicht. Het hof heeft nog geen kennis genomen van het reclasseringsrapport waarop deze veroordeling is gebaseerd.
(...)
De raadsvrouw voert het woord ter verdediging - zakelijke weergegeven - als volgt:
Ik acht het van belang dat u het reclasseringsrapport leest dat ten grondslag ligt aan de beslissing van de rechtbank Den Bosch. Mijn cliënt is bij uitspraak van 28 augustus 2015 in vrijheid gesteld. Nadien heeft er één afspraak met de reclassering plaatsgevonden. Mijn cliënt is aangesloten op elektronisch toezicht. Het controleadres is dat van zijn vrouw [betrokkene]. Tussen mijn cliënt en de reclassering zijn afspraken gemaakt over zijn toekomst en dagbesteding. De procedure is net één week gaande. Mijn cliënt accepteert het vonnis van de rechtbank Den Bosch. Hij heeft verklaard hieraan mee te werken. U houdt mij voor dat er in het reclasseringsadvies staat dat mijn cliënt het in de basis oneens is met de oplegging van de ISD-maatregel, maar dat hij het accepteert omdat hij zich kan vinden in de gestelde voorwaarden. Dat is juist. In beginsel is mijn cliënt tegen een ISD-traject. Mijn collega, mr. C.H.W. Janssen, heeft met hem gesproken over de 35 maanden gevangenisstraf die nog op de lat staan. Client heeft daarop aangegeven dat hij bang is alles kwijt te raken wat hij tot dusver heeft opgebouwd als hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf.
Mijn voorstel is de zaak aan te houden teneinde te bezien hoe mijn cliënt zich ontwikkelt en of hij de reeds ingezette gedragsverandering kan voortzetten.
(...)
Het hof schorst het onderzoek voor 10 tot 15 minuten teneinde het overgelegde reclasseringsrapport te lezen en de raadsvrouw in de gelegenheid te stellen haar collega, mr. C.H.W. Janssen, te bellen.
De voorzitter deelt mede dat het hof kennis heeft genomen van het reclasseringsrapport en in dat kader enkele vragen zijn gerezen.
De raadsvrouw voert het woord ter verdediging - zakelijk weergegeven - als volgt:
(...)
Voorts wijst u erop dat hoewel mijn cliënt in beginsel tegen een ISD-maatregel is hij zich toch bereid heeft verklaard gezien de gestelde voorwaarden, maar de verantwoordelijkheid voor de ten grondslag liggende strafbare feiten legt bij een falende hulpverlening.
Het klopt dat mijn cliënt het in de basis niet eens is met de oplegging van de ISD-maatregel. U moet dat zien in het licht van zijn ambivalente houding en zwakke cognitieve vermogens. Blijkbaar zag de reclassering toch mogelijkheden. De wijze waarop mijn cliënt zich opstelt wordt in verband gebracht met zijn problematiek. Hij heeft aangegeven dat hij zijn oude leven achter zich wil laten en hulp wil aanvaarden om een beter leven te kunnen leiden met zijn vrouw en kinderen. Ook als dit een zwaar kader vereist.
Tijdens de onderbreking heb ik telefonisch contact gehad met mijn collega, mr. C.H.W. Janssen. Zij heeft aangegeven dat aankomende vrijdag de termijn voor het instellen van een rechtsmiddel afloopt. Er is afgesproken dat er geen rechtsmiddel zal worden ingediend. Mr. C.H.W. Janssen is bereid hierover vandaag nog een akte op te maken en naar de rechtbank Den Bosch te sturen.
Op de vraag van de oudste raadsheer hoe het staat met de overige straffen kan ik zeggen dat er gratie zal worden aangevraagd voor de onherroepelijke veroordeling. Voor wat betreft het overige gaat het om feiten die nog op zitting moeten komen.
(...)
Na gehouden beraad deelt de voorzitter mede dat het hof, alvorens een beslissing te nemen op het verzoek, eerst uitgebreid kennis wil nemen van de standpunten van de advocaat-generaal en de raadsvrouw. Het hof wijst het verzoek formeel af.
De advocaat-generaal leest de vordering voor, legt die aan het hof over en voert het woord - zakelijk weergegeven - :
(...)
Ik vind het lastig om vandaag te rekwireren voor wat betreft de strafoplegging. Ik kom uiteindelijk tot een eis van 35 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Verdachte wilde aanvankelijk niet meewerken aan de ISD-maatregel. Er zijn dan in beginsel geen andere mogelijkheden meer dan iemand af te straffen. We hebben in dit geval met een bijzondere situatie te maken. Klaarblijkelijk heeft de rechtbank, in navolging van de reclassering toch een mogelijkheid gezien een ISD-maatregel op te leggen. Mocht u beslissen de zaak aan te houden dan zou ik het op prijs stellen dat verdachte op zitting verschijnt, zodat hij in de gelegenheid wordt gesteld antwoord te geven op vragen. Daarnaast zou ik een uitgebreid reclasseringsrapport willen zien over het verloop van de maatregel. Voorts kan ik me voorstellen dat het zinvol is de reclasseringsrapporteur op te roepen voor de zitting.
(...)
De raadsvrouw voert het woord tot verdediging - zakelijk weergeven - als volgt:
Ik verzoek u primair de zaak aan te houden voor de duur van zes maanden gezien het vonnis van de rechtbank Den Bosch. Verdachte is al aangesloten op het programma met de enkelband. De argumenten die gelden voor aanhouding van de zaak zijn van overeenkomstige toepassing op de strafmaat.
Subsidiair verzoek ik u rekening te houden met de volgende feiten en omstandigheden als u voornemens bent de zaak inhoudelijk af te doen. De vraag welke straf of maatregel passend is, is niet eenvoudig te beantwoorden. Ik vraag u in onderhavige zaak een voorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen onder dezelfde voorwaarden zoals gesteld bij de beslissing van de rechtbank Den Bosch van 18 augustus 2015. Op die manier lopen er twee separate trajecten naast elkaar. Ik zie geen regel die zich daartegen verzet: Bij mijn cliënt is sprake van structurele gedragsproblematiek, op alle leefgebieden doen zich problemen voor en een recente diagnostiek ontbreekt. Als de 35 maanden gevangenisstraf worden gehandhaafd komt het niet tot diagnostiek en behandeling. Er wordt in dat geval niets gedaan aan het recidiverisico, nu te verwachten valt dat er opnieuw schade zal ontstaan. Een ISD-maatregel is de beste afdoening voor deze zaak. Ik merk op dat bij mijn cliënt sprake is van een stoornis en beperkte cognitieve vermogens. Ik heb hem expliciet gevraagd vandaag naar de zitting te komen. Doorgaans is hij aanwezig bij zittingen. De reden dat hij er vandaag niet is houdt verband met zijn beperkte financiële mogelijkheden.
De advocaat-generaal voert het woord - zakelijke weergegeven - als volgt:
Het verzoek van de raadsvrouw om een voorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen stuit op bezwaren. De maatregel kenmerkt zich door een zekere opbouw. Denkbaar is dat de maatregel wordt omgezet. In dat geval zal zich een doorkruising voordoen voor wat betreft die opbouw. Ik zie voorts niet in op welke wijze de twee maatregelen naast elkaar zouden kunnen bestaan. De consequentie van het niet willen meewerken, zou moeten zijn dat er op een zeker moment kil wordt afgestraft.
De raadsvrouw voert het woord ter verdediging - zakelijke weergeven - als volgt:
Het valt mij op dat de advocaat-generaal geen problemen ziet bij een combinatie van 35 maanden gevangenisstraf en een voorwaardelijke ISD-maatregel. Wat mij betreft geldt een mogelijk doorkruising ook in dat geval. Ik voorzie lastige penitentiaire beren op de weg."