Dit proces-verbaal houdt, voor zover van belang, het volgende in:
"In aanvulling op zijn aantekeningen voert de raadsman nog aan - zakelijk weergegeven -:
Ik heb van cliënt begrepen dat zijn vader wel degelijk bereid is om antwoord te geven op vragen van een Nederlandse delegatie. Zijn vader begreep niet precies waarom hij bij een Duitse rechter moest komen. Dit heb ik van mijn cliënt vernomen.
De oudste raadsheer vraagt of ik dit punt schriftelijk kan onderbouwen, gelet op het feit dat het Duitse verschoningsrecht verstrekkend is en de vader van verdachte eerder bij een notaris een verklaring heeft laten opstellen dat hij geld aan verdachte heeft geleend. Ik ben van mening dat de raadsheer-commissaris is vooruitgelopen op de inhoud van de verklaring van de getuige. U merkt op dat wanneer een getuige een beroep doet op zijn verschoningsrecht geen sprake is van het vooruitlopen op een getuigenverklaring. Volgens mij heeft de Duitse rechter nog voordat er ook maar één inhoudelijke vraag was gesteld geconcludeerd dat een verhoor geen zin zou hebben. Dat gaat in Nederland toch echt anders. Ik meen dat er wel degelijk een kans bestaat dat de vader van cliënt alsnog inhoudelijke vragen wil beantwoorden. Mijn cliënt heeft dat verklaard.
De verdediging heeft al sinds 2010 verzocht om deze getuige. Zowel uit een verklaring van mijn cliënt als uit verklaringen van zijn vader blijkt dat de getuige toch bereid is om inhoudelijk te verklaren.
U, voorzitter, vraagt waar de getuige woont.
Ik heb begrepen dat het hoofdverblijf van deze getuige in Turkije is, en wel op het adres dat eerder is verstrekt. De getuige werd nu in Duitsland getraceerd. Ik heb een adres van de getuige in mijn mobiele telefoon.
Ik ga er vanuit dat mijn cliënt en zijn vader nog altijd met elkaar in contact staan. Ik heb zelf ook een adres van de getuige in Duitsland. Al vrij snel na het indienen van het rechtshulpverzoek lukte het om met de getuige in Duitsland contact te leggen. Het gaat om het adres (...). Het adres staat ook vermeld in de stukken van het rechtshulpverzoek. De route naar Duitsland is korter dan de route naar Turkije. Het rechtshulpverzoek kwam tamelijk snel bij de Duitse rechter terecht.
Onze gesprekken vinden plaats zonder tolk maar mijn cliënt heeft mij duidelijk verteld dat zijn vader een volgende keer wel degelijk vragen zal beantwoorden.
De oudste raadsheer merkt op dat vooraf duidelijk was afgesproken dat het verhoor van de getuige zou verlopen met behulp van een video-verbinding met Nederland.
De raadsman voert aan - zakelijk weergegeven -:
Ik herhaal dat ik heb vernomen dat de vader van mijn cliënt niet begreep waarover het verhoor zou gaan.
(...)
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor het houden van beraad.
De voorzitter hervat het onderzoek.
Na het beraad deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede dat het verzoek tot horen van de getuige [getuige] wordt afgewezen. Het verzoek tot horen van de getuige werd in een eerder stadium toegewezen. Door de raadsheer-commissaris is daarop een rechtshulpverzoek gedaan aan de Duitse autoriteiten. De getuige is in Duitsland verschenen ten overstaan van een Duitse rechter. Aan de getuige is met behulp van een tolk in de eigen taal de strekking van de zaak uitgelegd. Daarbij is uitgelegd waarover het verhoor zou gaan. De getuige heeft daarop aangegeven zich ten aanzien van zijn zoon te willen beroepen op zijn verschoningsrecht. Het herhaalde verzoek tot horen van deze getuige acht het hof onvoldoende onderbouwd. De enkele mededeling door de raadsman ter zitting van het hof inhoudende dat hij van verdachte heeft gehoord dat de getuige bereid is om vragen te beantwoorden, is daarvoor onvoldoende. Het hof ziet geen noodzaak tot het horen van de getuige en wijst het verzoek af.
Nu het verzoek tot horen van de getuige is afgewezen wordt ook het verzoek tot aanhouding van de zaak afgewezen.
De voorzitter deelt mede dat bij de verdere behandeling van de zaak in de standpunten ten aanzien van de eventuele bewijsvoering aandacht kan worden besteed aan de eventuele consequenties van de afwijzing van het verzoek tot horen van de getuige."