ECLI:NL:HR:2016:232

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2016
Publicatiedatum
12 februari 2016
Zaaknummer
14/05873
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over fouten bij administratie afdrachtverminderingen door gemeente

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2016 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Gemeente Hengelo tegen de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Almelo (OPOA). De Gemeente had beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2013 en 12 augustus 2014, waarin het hof beslissingen had genomen over fouten bij de administratie van afdrachtverminderingen door de gemeente. OPOA had op zijn beurt een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de Gemeente niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Hierdoor faalde het principale beroep van de Gemeente, en kwam het voorwaardelijk incidentele beroep van OPOA niet aan de orde. De Hoge Raad heeft de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van OPOA zijn begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

12 februari 2016
Eerste Kamer
14/05873
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
GEMEENTE HENGELO,
zetelende te Hengelo,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. de Jong van Lier,
t e g e n
STICHTING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS ALMELO,
gevestigd te Almelo,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Gemeente en OPOA.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 115159/HA ZA 10-1050 van de rechtbank Almelo van 21 september 2011;
b. de arresten in de zaak 200.097.975 en 200.098.110 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 augustus 2012, 26 maart 2013, 24 december 2013 en 12 augustus 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof van 24 december 2013 en 12 augustus 2014 heeft de Gemeente beroep in cassatie ingesteld. OPOA heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep en OPOA vordert wettelijke rente over de toe te wijzen proceskosten.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaat van de Gemeente heeft bij brief van 26 november 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van OPOA begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
12 februari 2016.